Route of Saints – Casimir van Polen

Heiligen Februari

Van koning tot kluizenaar. Het klinkt leuk, maar doe het maar! Ik kan me uit de geschiedenis geen machthebbers herinneren die vervolgens niet probeerden nòg meer macht te krijgen. Nou…eentje: Mikhail Gorbatsjov, die zijn macht inderdaad niet gebruikte voor expansie, maar integendeel: om die macht te laten imploderen voor het heil en de vrede van anderen. Maar er is er nog een geweest, toevallig ook in Oost-Europa. En toevallig ook met ‘vrede’ in zijn naam, ‘mir’. Casimir heet hij, dat ‘vredestichter’ betekent. Casimir wordt geboren als prins aan het hof van Krakau. Heeft grootvaders die keizer van Duitsland zijn, koning van Bohemen, en van Hongarije. Een oom heeft in 1444 nog tegen de Turken gevochten. Casimir krijgt les van beroemde historici en bisschoppen. Is al op zijn 9e een jongetje voor wie de  filosofen en politici geen geheimen meer hebben. Een godvruchtig mannetje dat liever bidt dan buiten speelt.

Op zijn 13e is het zover. Via allerlei slimmigheidjes heeft zijn vader, de Poolse koning, het zover gekregen dat zijn zoon de Hongaarse troon zal kunnen bestijgen. Het vrome jongetje Casimir heeft gezegd dat hij dat wel wil. Hij ziet het al voor zich: als hij eenmaal koning is zal hij de Christelijke kerk verdedigen tegen de oprukkende Turkse horden barbaren die Europa dreigen te overspoelen. Hij wil niets meer of minder dan Kampioen worden. Met de naieve ambitie van een kind dat wil dat zijn vader trots op hem zal zijn. Zijn hemelse vader, welteverstaan!

Zijn wereldse vader loopt in ieder geval niet over van trots, want al gauw blijkt dat dit jongetje van 13 het land heeft aan regeren. Hij roept dat hij liever knielt voor een altaar dan dat hij neerkijkt vanaf een troon. Ook weigert Casimir de hem aangeboden prinsessen die voor het broodnodige nageslacht moeten zorgen. Liever zingt hij de hele dag zelfgemaakte liefdesliedjes voor Maria! Als hij één dag alleen is gebleven in het paleis blijkt hij aan het einde van de dag de totale voedselvoorraad buiten de poort uitgedeeld te hebben aan de armen.

Het volk draagt deze wonderlijke koning op handen. Ze zien in hem de droomprins in het witte gewaad die de legers aanvoert en de vijanden verslaat. De enige keer dat Casimir echter een slagveld betreedt schrikt hij zo van het bloedvergieten dat hij zijn leger duidelijk maakt: “Dit was eens maar nooit meer!” Hij draagt een hemd met ijzeren haakjes aan de binnenkant om boete te doen, en vast regelmatig zo lang, dat hij al op zijn 25ste een tanige bleke jongeman is geworden die in datzelfde jaar simpelweg ophoudt te bestaan.

Casimir…de koning die geen koning wilde zijn. Hij werd heilig verklaard door een paus die geen paus wilde zijn, de Nederlandse Adrianus de Zesde. Twee kwakkelaars die elkaar een hand konden geven. Eén verschil: Adrianus ploeterde dag en nacht door om er toch nog iets van te maken, terwijl Casimir liever vroom dan moe was, een kort leven lang.

 

Share This

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *