Als er een nieuwe kapel wordt gebouwd aan de Kathedraal van het Italiaanse Orvieto krijgt een zekere Giovanni de opdracht. Een Dominicaner monnik uit Fiesole. Zijn bijnaam is Beato Angelico dat gezegende engel betekent. Giovanni is ooit begonnen als boekillustrator, maar dat was hem te klein, te priegelig. Hij is meer een man van het grote werk. Muurschilderingen, plafonds, kapellen, kerken.
Giovanni heeft een stelregel: als je iets goed wil schilderen, dan moet je van binnenuit voelen wat het is om die persoon te zijn. En niet alleen op het moment dat je zijn gedaante vangt op het schilderwerk, ook de seconde ervoor, het uur erna, een jaar eerder… Je moet alle herinneringen, alle emoties, alle vreugde en verdriet die tezamen die persoon vormen, ook voelen. Voor je iemand echt goed kan schilderen, moet je hem eerst geweest zijn.
En dan vragen ze hem dus Jezus te schilderen. Christus! Het moet gebeuren in de San Marco in Florence, die in 1436 door de Dominicanen is overgenomen, en waar Fra Angelico samen met zijn broer de cellen van de monniken al heeft beschilderd. En zo kan het gebeuren dat men een radeloze fresco-schilder aan het werk ziet, die met de eenvoudige middelen van een beginnend schilder het onmogelijke wil maken: Christus die aan Maria Magdalena verschijnt bij het graf. Fra Angelico bid eerlijk gezegd meer dan dat hij schildert. Hij bidt urenlang om inspiratie en werkt dan een kwartier, om vervolgens weer wanhopig door te gaan met bidden. En langzaam maar zeker verschijnt het: Maria Magdalena, die heeft geweend bij een leeg graf, een figuur ziet naderen, eerst nog denkt dat het de tuinman is, dan herkent wie haar nadert, hem wil omhelzen en te horen krijgt: Noli Me Tangere…raak me niet aan!
Tegenwoordig wordt Fra Angelico geeerd als de beschermheilige van de kunstenaars. En wie zijn engelen ziet, gekleed in goud zonlicht, wie de detaillering ziet die nog stamt uit de tijd van de boekillustraties op de vierkante millimeter, wie de pure briljante kleuren ziet, die kan zich voorstellen waarom. Zijn gebeden hebben hem geholpen. Alles wat Fra Angelico heeft geschilderd, is pure inspiratie!
In 1445 krijgt hij een uitnodiging waarop hij misschien al jaren heeft gewacht: paus Eugenius de Vierde roept hem naar Rome om in het Vaticaan te komen schilderen. In twee kapellen zal hij de fresco’s schilderen, voor het pauselijk aanbod om aartsbisschop van Florence te worden zal hij bescheiden maar beslist bedanken. Hij is tenslotte toegewijd aan het schilderen, aan het bidden om inspiratie, en het worden van alles en iedereen waar hij heilig in gelooft.