Route 5 – Atlantis (deel 2)

Atlantis2

Ik bijt in de appel, die ik op de markt van Carnac heb gekocht. Het strand ligt er dreigend en verlaten bij. Het is, zoals wel vaker aan de Atlantische Kust van Bretagne, zwaar weer. In de verte zie ik het eilandje Le Palais. Als ik op een terrasstoel ga zitten komt de ober van restaurant Le Paradis meteen op me af, om me met het dedain dat bij toeristenplaatsen hoort, duidelijk te maken dat hij désolé is, maar dat het niet is toegestaan zelf meegebrachte waren te consumeren op het terras.

Verstoten uit het paradijs, en alweer om zo’n stomme appel.

Ik ga in het zand zitten en kijk naar het verre eilandje, een broedplaats voor meeuwen.

En ik stel me Adam en Eva voor, in hun paradijs.

Ik heb het altijd een wonderlijk verhaal gevonden. De wereld is vol van giftige bessen, van verslavende opiaten, van blindmakende absint…en uitgerekend bij een appel gaat God moeilijk doen. Als hij alles weet, dan moet Hem toch ook bekend zijn dat juist dit fruit niet alleen goed is voor je gebit, maar ook voor je hart.

Of zou het allemaal maar een verhaal zijn, van die Hof van Eden, net zoals Atlantis maar een verhaal is. Ik knijp m’n ogen tot spleetjes en probeer me voor te stellen dat het eilandje voor de kust van Carnac in de zee zou verdwijnen. Het lijkt me onmogelijk. En dan was Atlantis nog een heel continent.

Ineens zie ik in de branding iets glinsteren. Ik loop erheen. Het is een fles. Een fles, aangespoeld uit de Atlantische Oceaan. Ik trek de kurk eraf, en lees op het stuk papier:

“Iedereen zoekt Atlantis. En iedereen heeft al die eeuwen de verkeerde kant opgekeken.”

 

Welkom bij Route5. Een reis om de wereld op radio en internet. We geven een slinger aan de wereldbol en prikken een land en een tijd ver weg.

Atlantis: het tweede deel van een tweeluik over het verzonken continent dat uiteindelijk misschien wel het begin zal blijken te zijn: de Hof van Eden.

De vraag: was de Hof van Eden een Nederlandse kolonie?

 

De aarde slingert in een pendelbeweging van 30.000 jaar heen en weer tussen IJstijd en Broeikas. Momenteel zijn we onderweg van de IJstijd naar de Broeikas. Dat gaat eigenlijk vanzelf. Als er meer CO2 in de atmosfeer komt, gaan planten weelderiger groeien, en produceren nog meer CO2. Je krijgt er wel hele warme zomers door.

Soms gaat het even helemaal mis, en dan zeggen de Grote Goden: ‘Let’s reboot this planet’, zoals op Venus gebeurde, en op Mars. Op geen van beide planeten is leven mogelijk: op Venus heerst een helse hitte en Mars een ijzige kou. Op deze planeten is de slingerbeweging van het pendulum doorgeslagen. Bij ons ging het bijna mis, 11.000 jaar geleden, aan het einde van het Pleistoceen, de IJstijd. Een gigantische vloedgolf, in de Bijbel de zondvloed genoemd, maakte een einde aan het leven van de Mammoethachtigen en twee mensensoorten: de Neanderthaler en de Cro-Magnons. Ook deed het Atlantis verdwijnen in de golven. Tegelijkertijd met de Hof van Eden. Want dat zal in dit verhaal één en hetzelfde blijken te zijn.

 

De fles die aanspoelde is in werkelijkheid een theorie die de haven van mijn computer bereikte, via de moderne oceaan van onuitputtelijke mogelijkheden die Internet heet. De afzender: de Braziliaanse professor Nuclear Engineering Arysio Nunes dos Santos. Al 30 jaar voert deze hoogleraar een ware kruistocht met een theorie die verder gaat dan een zoektocht naar Atlantis; die een nieuw licht werpt op het ontstaan van de mensheid.

Maar allereerst: waarom hebben we al die eeuwen op de verkeerde plaatsen gezocht naar dat mysterieuze continent, naar Atlantis?

Overal ter wereld hebben mensen elkaar verhalen verteld over een paradijselijk oord dat ooit moet hebben bestaan. In de Bijbel is het de Hof van Eden, in de heilige Hindoeboeken Rig Veda en Puranas heette het Atala, de Braziliaanse indianen geloven dat er ooit een Land van Puurheid was en de Maya’s noemen het Aztlan. In al die verhalen komt er een moment van catastrofe…of het nu de zondeval van Adam en Eva, de zondvloed of het verdwijnen van Atlantis betreft.

Nu waren de profeten uit de Bijbel geen geschiedschrijvers. Zij vertelden verhalen door die al langs vele generaties monden en oren waren gegaan. Veel van die verhalen vervormden door de jaren heen tot mythen. Zo spreekt het Bijbelboek Genesis over “de reuzen op de aarde en Gods zonen…de geweldigen die van oudsher komen…” En ook in de Koran vinden we deze verhalen. Misschien gaan al die verhalen, over de zondeval, de Grote Vloedgolf, de Babylonische spraakverwarring, wel allemaal over één gebeurtenis die bijna het einde van de wereld was: een cataclisme van vuur en water, de explosie van de vulkaan Krakatoa, die een einde maakte aan het continent Atlantis en het paradijs tegelijk. Nee, niet gelegen in de Atlantische Oceaan, maar tussen de eilanden Java en Sumatra. De topjes van het continent Atlantis kennen we tegenwoordig als onze voormalige kolonie Indonesië.

Hoewel Homerus zijn Ullyses een identiek paradijselijk oord laat zoeken, en de profeet Ezechiel schrijft over Tyre, de Tuin van God, gelegen in de buitenste zeeëen, is de Griekse wijsgeer Plato eigenlijk de enige geweest die het paradijselijke Atlantis ooit met naam en toenaam heeft beschreven, in de verhalen Timaeus en Critias. Het zijn verhalen die afkomstig zouden zijn van een Egyptische priester, en waarin Atlantis wordt beschreven als een tropisch continent achter de pilaren van Hercules. Een land, even groot als Libië en Klein-Azië samen. Er zouden 30 miljoen mensen leven in een rijk waar men het alfabet kenden, het buskruit al had uitgevonden en gereedschap van staal en brons bezat om stenen te bewerken. Overal in groene en terrasvormige Atlantis waren kanalen gegraven, voor de irrigatie van het land, maar ook om de schepen doorvaart te geven die handel dreven met andere continenten. In het middelpunt van Atlantis vinden we de berg Atlas, de heilige berg met een vierkante vorm die we later zullen tegenkomen in  andere gedaanten: in India heet hij Meru, en de pyramidevorm van deze berg zullen we later terugvinden bij obelisken en pyramides van de Inca’s en de Egyptenaren en bij de menhirs in Carnac en Stonehenge. Nu hadden Egyptenaren, Inca’s en Kelten nog niet het gereedschap waarmee je harde stenen kunt bewerken. Ze moeten daarbij hulp hebben gehad van hoogontwikkelde bouwmeesters, die de beschikking hadden over graniet, brons en staal. Die precies wisten hoe je gigantische steenblokken moet vervoeren en bewerken. En die bouwmeesters zouden blonde reuzen zijn geweest, die van ver kwamen.

Ook de hoofdstad Atlantis is gebouwd volgens een vorm die een replica moet voorstellen van de wereld. Een kruis waarvan de vier kwadranten verwijzen naar de vier continenten Eurazië, Afrika, Amerika en Australië. Plato beschrijft in detail hoe de stad is opgebouwd: een cirkel die een netwerk van kanalen rond de stad symboliseert, doorsneden door het heilige kruis. Dit symbool wordt het Atlantische Kruis genoemd. In Europa vinden we het terug als het Keltische kruis.

De stad Atlantis zal door de eeuwen heen gekopieerd worden. Overal vinden we steden die zijn opgebouwd volgens de systematiek van de cirkel, doorsneden door het kruis: de hoofdstad van de Inca’s, Santorini op het Griekse eiland Thera, maar ook Jeruzalem, Mekka, Buenos Aires, Washington, Parijs. Al deze steden hebben een obelisk op een centraal plein, met van daaruit vier uitvalswegen naar noord, zuid, oost en west. Wat te denken van de pyramidevormige Eiffeltoren in Parijs? En het plein met in het midden de piramide van Austerlitz?

En wat te denken van ons eigen Amsterdam…de cirkelvormige grachten, doorsneden door vier grote uitvalsstraten? Iedereen die de Hindoe-Boeddhistische mandala’s kent, de gebeden over de heilige berg Meru, begrijpt onmiddellijk de Indiase, oftewel Atlantische oorsprong van deze stedenbouwkundige symboliek.

Vele eeuwen later zal de Atlantische cirkel, doorsneden door een kruis, tot hakenkruis worden gemodelleerd, en misbruikt worden voor het grootste racistische rampscenario, dat de geschiedenis ooit gekend heeft. De ironie wil dat in Atlantis de rassen van Ariërs en Hebreeërs juist in harmonie hebben samengeleefd.

Plato zegt dat we Atlantis moeten zoeken in de Atlantische Zee. Maar ooit, toen de continenten Eurazië en Amerika nog samengeklonken waren, was al het water eromheen Atlantische Oceaan. Ook de zee die we tegenwoordig Indische Oceaan noemen. Daar hebben we echter nooit gezocht, omdat we als Europeanen altijd de blik gericht hebben gehouden op het Westen. Tenslotte lag daar die onmetelijke zee, die vast ook wel het geheim van Atlantis zou bewaren. Zo kon het ook gebeuren dat Christopher Columbus, op zoek naar Japan en de Indische Eilanden, als een blinde naar het Westen voer, waar we tegenwoordig allemaal weten dat die streken in het Oosten liggen. Tot aan zijn dood is Columbus blijven geloven dat hij Indië bijna had bereikt.

Maar zowel de Amerikaanse als de Russische onderzoekers hebben nu zo’n beetje die hele oceaan meter voor meter onderzocht. Het enige wat ze vonden was het rif dat ontstond toen de continenten uit elkaar scheurden.

Plato onthult ook dat Atlantis moet hebben gelegen in een stuk oceaan dat zo modderig is dat de meeste zeelui er niet van terugkeren. Het enige stuk oceaan dat modderig is, en relatief ondiep, is de Indische Oceaan. Niet alleen omdat de vulkaanuitbarsting hier miljarden stukken puimsteen liet neerstorten, ook omdat de zee hier, rond de Indonesische Archipel, nogal ondiep is. Hier heeft namelijk ooit een heel continent gelegen: het verzonken continent Atlantis.

 

11.000 jaar geleden, in de IJstijd , toen het in grote delen van de wereld te koud was om er te leven, moeten de eerste oermensen vanuit de savannen van Afrika naar het Noordoosten zijn getrokken, tot ze in Indonesië en India een gunstig klimaat vonden om zich te ontwikkelen van jagers tot landbouwers. In deze streek moet het niveau van de zeespiegel toen 150 meter lager hebben gelegen. En daardoor strekte zich een gigantisch continent uit van Azië naar Australië: Atlantis. Of eigenlijk waren er twee rijken.

Ten eerste: Lemuria, gelegen in het huidige India. “Het moederland”, betekent dat en Lemuria was inderdaad de geboorteplaats van de mensheid, het oorspronkelijke paradijselijke oord, dat in de Bijbel en vele andere boeken is beschreven en bezongen.

Daarnaast was er het gebied dat gekoloniseerd werd en broederlijk naast Lemuria zou bestaan: het hoogontwikkelde Atlantis in de Indonesische Archipel (toen nog geen eilanden, maar een heel continent). Hier zou het menselijke ras van Ariërs, Hebreeuwers en Phoeniciërs haar eerste tijdperk van grandeur beleven…tot grandeur overging in decadentie, en de verschillende rassen elkaar naar het leven zouden staan. Maar ze zouden het niet zelf zijn die lot bezegelden. De natuur zou een einde maken aan hun wereld. En het maken tot een oceaan die voor elke zeeman ‘the land of no return’ zou gaan heten.

Doordat de gletsjers in het Noorden smolten, en het water in de oceanen stroomde, kwam er een enorme druk op de bodems van deze oceanen te staan, terwijl het vasteland juist van het gewicht van de sneeuwmassa’s bevrijd werd. Deze enorme verschillen in druk op de aardkorst had scheuringen, aardbevingen en vulkaanuitbarstingen tot gevolg. De roetdeeltjes die door deze uitbarstingen worden verspreid, vormen een grijze laag op de gletsjers, en zorgen ervoor dat het ijs extra snel smelt.

De uitbarsting van de vulkaan Krakatoa verdrijft de Atlanten naar andere streken, waarna hun rijk in de oceaan wegzinkt als de waterspiegel door het smeltende ijs 150 meter hoger komt te staan. Altijd de bergtoppen blijven boven water uitsteken: Java, Sumatra, Borneo…

 

Atlas, de heerser van Atlantis, zal de geschiedenis ingaan als de mythische figuur die de hemel niet kon dragen. En die ten onder ging toen het natuurgeweld van neerstortende lava hem teveel werd.

De Atlanten zwermen uit over Azië, Europa, Amerika. Zij zijn de blonde reuzen die weten hoe je van staal en brons het gereedschap maakt om pyramides te bouwen. Maar ze doen meer: vanuit een heimwee naar hun verloren paradijs maken ze met elke Egyptische tempel die ze bouwen ze een replica van Atlantis. En nu nog valt in de architectuur de Indiase Hindoetempel te herkennen. Zij zijn het die met hun rijke filosofische achtergrond de kern vormen van de beschavingen die ontstaan bij de Egyptenaren, de Inca’s, Maya’s en Kelten. Zij zijn het ook die overal waar ze komen hun verhalen vertellen van de grote ramp die zich aan hen voltrokken heeft. Verhalen die we later zullen terugvinden in de heilige Hindoe-geschriften, in de Koran en in de Bijbel. De verhalen van Adam en Eva, de grote zondvloed, de toren van Babel…de verhalen over het land dat ooit bestaan had, en ooit zou terugkeren…of het nu het beloofde land Kanaän heette in Israël, of de Velden van Elysië in Griekenland, of het nu Avalon heette bij de Kelten, of Atzlan bij de Maya’s…overal in de wereld ontstond de mythe van het verloren paradijs, dat ooit herwonnen zou worden.

Stel nou dat het waar was. Dat de Atlanten, gevlucht voor de vulkaan, de eerste allochtonen van deze wereld waren. En dan ook nog eens import-mensen van een hogere beschaving. Een soort Godenzonen die zich goed genoeg voelden om zich te vergrijpen aan het eerste de beste inheemse meisje. Het plaatst het Bijbelboek Genesis in een heel ander perspectief. Want het staat er echt. “In die dagen waren er reuzen op de aarde, als Gods zonen tot de dochteren der mensen ingegaan waren, en zich kinderen gewonnen hadden. En God zag dat de boosheid der mensen veelvuldig was. En het speet hem dat hij hen ooit gemaakt had. En hij besloot hen te verdelgen, tot aan de laatste vogel en het laatste kruipend ongedierte toe.”

 

Ik loop over het strand van Carnac en realiseer me dat de Bijbel dus toch de waarheid gesproken heeft. Al moet je sommige verhalen niet al te letterlijk nemen. En je realiseren dat het verhaal van de slang in het paradijs zijn oorsprong vindt in de belangrijke rol die de slang als symbool altijd gespeeld heeft in het India dat ooit Atlantis was.

En God…is hij de zorgzame vader die wij van hem gemaakt hebben, of toch iemand die spijt kreeg dat hij mensen gemaakt had en hen overspoelde met een zondvloed? Volgens Shakespeare zijn de mensen voor God, wat een mug is voor de mensen. Als ze te lastig worden trap je hen dood.

Volgens de legende van Atlantis is God even rechtvaardig en meedogenloos als de Natuur zelf. En soms, als het allemaal uit de hand dreigt te lopen, bijvoorbeeld met de ozon-laag, zeggen de Grote Goden: “Let’s Reboot This Planet.”

Ik loop naar het terras van restaurant Le Paradis. Als de ober mijn tafel bereikt heeft vraag ik hem vriendelijk: “Mag ik één koffie? Met appeltaart graag!”

 

Share This

1 comment

  1. Jan

    Hoi Peter,
    Klinkt leuk dit verhaal. Alleen erg ver gezocht. Bewijsvoering is heel moeilijk. Sommige gedeelten kan ik me voorstellen. Werelden in Botsing misschien? Zoals velikofski het vertelde?
    Groeten
    Jan

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *