In Sint Oedenrode hebben ze een Rita-kerk. Niet ver er vandaan, in Boskant, trekt het Rita-kapelletje het hele jaar door gelovigen. Bij de Augustijnen in Eindhoven kun je speciale Rita-roosjes kopen. En in Oud-Valkenburg komen ouders Rita in gebed om raad vragen als ze niet meer weten wat ze met hun kinderen aan moeten.
Laten we eens teruggaan naar wat die ouders dan de goeie ouwe tijd noemen. Naar de 14e eeuw, toen Rita leefde, in het Italiaanse Umbrië. Ook Rita had moeilijk- opvoedbare kinderen, zoals eigenlijk elke ouder, maar Rita had ook nog eens een slecht huwelijk. Ze was nog maar 13. Eigenlijk wilde ze het klooster in, maar haar ouders hadden andere plannen met haar: Rita werd uitgehuwelijkt en in dit huwelijk zonder liefde groeiden twee kinderen op voor galg en rad. Na 18 jaar ellende werd een deel van het probleem opgelost; haar man, een gewelddadige driftkop, kwam om het leven toen hij bij een ruzie in het dorp met een mes werd doodgestoken. Toen Rita’s zonen, twee pubers nog, plannen maakten om de moord op hun vader te wreken, besloot Rita dat haar kinderen beter konden sterven dan moordenaars te worden. Ziet u het voor zich? Een moeder die hartstochtelijk bid om de dood van haar twee zonen? God als huurmoordenaar? En jawel, de gebeden van Rita worden verhoord. Op haar 32e heeft de jonge en nu ongebonden vrouw haar handen vrij om te doen wat ze als kind al wilde doen: het klooster in. Blijkbaar had ze, ondanks het uithuwelijken, nog wel goeie herinneringen aan haar ouderlijk huis, want ze vroeg een familielid om in de tuin van haar ouders een roos te plukken die ze mee zou kunnen nemen naar het klooster. Een vreemd verzoek, want het was januari, hartje winter. Maar het wonder gebeurde: in de tuin van haar ouders bleek één roos in volle bloei te staan. Een roos die ook in Rita’s kloostertuin zou blijven groeien tot op de dag van haar overlijden.
En zoals gezegd: nog altijd bezoeken ouders, die moeilijke periodes doormaken met hun lastige kinderen, Rita’s graf in het Italiaanse dorpje Cascia. Wat die ouders daar bidden, bij dat graf, we hebben zo’n vermoeden. En het is maar goed dat God er geen vaste gewoonte van maakt om dit soort gebeden al te letterlijk te nemen.