Als de generaals Videla, Massera en Agosti op 24 maart 1976 de macht grijpen verbaast dat niemand in Argentinië. Het is de afgelopen 13 jaar onder Isabel Peron een corrupte chaos geworden in het land. Het verbaast ook niemand omdat Argentinië de hele eeuw lang al louter opeenvolgingen van staatsgrepen en dictaturen heeft gekend, rechtse èn linkse. Jorge Zorreguieta is een belangrijk man in de landbouwsector, en als hij wordt gevraagd om als Minister van Landbouw plaats te nemen in een burgerregering verkeert het land in een ellendige toestand: de Montoneros vormen een terreurbrigade voor wie niemand veilig is. Ook gematigde Argentijnen zien in de onvermijdelijke staatsgreep de manier om aan het geweld van links èn rechts een einde te maken, om de corruptie de kop in te drukken, de superinflatie te overwinnen en een vrede te brengen waar het land al zo lang naar snakt. Plaats nemen in zo’n regering betekent een heldenrol vervullen voor iedere vaderlandslievende Argentijn. Als daarna de hel losbarst en de generaals zich ontpoppen tot superterroristen, zou je eigenlijk een ander soort held moeten worden en als minister je ontslag aanbieden. Daarna zou je er wèl achter komen hoe gevaarlijk het verkeer kan zijn in de straten van Buenos Aires; je zou de reis naar huis niet overleven. Het is heel gemakkelijk om achteraf, veilig ver weg in de polder, te bepalen wie goed was en wie fout. Maar teveel mensen hebben hun oordeel klaar over de vader van Maxima met een minimale kennis van het land waar ze vandaan komt…een land met een lange droevige geschiedenis.
Argentinië is in 1810 het eerste land in Zuid-Amerika dat zich losmaakt uit de Spaanse overheersing. Maar het zal nog een eeuw duren voor dit uitgestrekte land, dat 4x zo groot is als Frankrijk, werkelijk een eenheid gaat vormen. Het is een twijfelachtige eenheid, want het centrale gezag in de hoofdstad Buenos Aires is in handen van grootgrondbezitters. Zij hebben onderling de eindeloze pampa’s verdeeld en exporteren het beroemde Argentijnse vlees. Vooral naar Engeland en Amerika, die samen met de grootgrondbezitters miljoenen verdienen aan een land waar de arbeider in stuivers uitbetaald wordt. Als in de Jaren Twintig de regering van Hipólito Yrigoyen probeert de macht van de landadel te breken vindt de eerste militaire staatsgreep plaats in Argentinië, in 1930. Het begin van het eerloze decennium, waarin het leger de ene marionet na de andere naar voren schuift, door brutale verkiezingsfraudes aan de macht blijft of zelfs niet eens de moeite neemt verkiezingen te organiseren. Het zal duren tot 1943, en dan komt –weliswaar ook via een staatsgreep- de grote held van Argentinië aan de macht, met aan zijn zijde de vrouw die tot op de dag van vandaag nog als een heilige wordt vereerd: Juan en Evita Peron.
Tot 1943 is Argentinië in de greep van grootgrondbezitters en bankiers in Buenos Aires, die het land in feite hebben verkocht aan Engeland en Amerika. De gapende kloof tussen deze bulkende rijken en straatarme paria’s zal langzaam maar zeker gedicht worden door een middenklasse van Europese imiigranten in Buenos Aires, de stad waar tweederde van de totale bevolking woont. Het is hun Radicale Partij die in 1916 het Kiesrecht voor Mannen heeft bevochten en Argentinië heel voorzichtig op de weg naar de democratie zet. Om in 1930 door de militairen weer hun hok in te worden gejaagd.
Maar op 17 oktober 1945 wordt Argentinië voor het eerst bevrijd. Cipriano Reyes, de latere vakbondsleider, werkt als stoker bij de Engelse vleesfabriek Armour in een voorstad van Buenos Aires.
“Het ketelhuis dat deze hele fabriek voor ingevroren vlees draaiend hield, leek op de Hel van Dante. Omdat de Engelsen hun petroleum nodig hadden voor de oorlog, waren de ketels zo omgebouwd dat er van alles in gestookt kon worden: stammen van eucalyptusbomen, zonnebloemen, tarwe. mais… Terwijl de arbeiders gerstebrood moest eten of zelfs verhongerde, werd het hier met bakken in de ketels gegooid, want de vleesproduktie voor Engeland mocht niet stoppen! Als slaven werkten we dag en nacht in de verzengende hitte. Steeds vaker begonnen we onderling te praten over een vakbond, maar niemand mocht je horen, want je werd net zo makkelijk ontslagen als dat men een vlieg doodsloeg. Tot er op een ochtend een auto stopte bij de fabriek. Een luitenant van de Argentijnse strijdkracht, begeleid door twee soldaten, kwam de werksituatie inspecteren. In zijn ene hand een ordner, in de andere een schrijfmachine. En hij sloeg ons niet, hij wilde ons verhaal horen en luisterde. Toen hij opstond om weg te gaan, na al onze argumenten te hebben aangehoord, zei hij dat we binnenkort een gesprek konden hebben met de nieuwe Minister van Arbeid, generaal Péron.”
Generaal Juan Péron heeft een wonderlijke karaktereigenschap voor een legeraanvoerder: de erbarmelijke situatie van de Argentijnse arbeider gaat hem aan het hart. Na enkele maanden al wordt hij door zijn collega-militairen tot aftreden gedwongen en gearresteerd, maar de arbeiders hebben in het duister de vage contouren van hun grote sterke broer ontdekt, en met duizenden tegelijk stromen ze het centrum van de stad binnen en eisen de vrijlating van Péron. Onder druk van de massa krijgt de groep militairen die Peron trouw is gebleven de overhand. Een nieuwe leider verschijnt op het balkon van het regeringsgebouw en belooft verkiezingen, éérlijke verkiezingen ditmaal.
Juan Péron wint de verkiezingen met vlag en wimpel en in een land dat na de Tweede Wereldoorlog economische voorspoed kent lanceert hij zijn vijfjarenplannen: loonsverhogingen, beperking van het ontslagrecht, pensioenfondsen, invaliditeitsverzekering, een dertiende maand, vakantiegeld. Mar Del Plata, tot dan toe het toevluchtsoord voor de rijke landeigenaren, krijgt ineens een heel ander soort toeristen. Die veel te veel genieten van hun kersverse verworvenheden om zich ook maar een moment te kunnen ergeren aan de stem van Vader Péron die op de kampeerplaatsen uit luidsprekers schalt, aan de hotels die ineens zijn naam dragen, de aanplakbiljetten waarop hij hen met brede glimlach een prettige vakantie wenst.
Juan Péron, de Vader des Vaderlands van de Argentijnen, de ideoloog van het peronisme dat op de dag van vandaag in Argentinië wordt beleden, breekt zowel de macht van de grootgrondbezitters als van de Engelse en Amerikaanse bankiers. Hij weet zich verzekerd van de steun van de arbeiders, de middenstand, het leger en de kerk. Maar hij geeft de Argentijnen nog meer, iets dat groter zal worden dan hijzelf: de legendarische Evita.
Op een galafeest na een inzamelingsaktie i zijn oog op haar gevallen, op de hoorspelactrice Eva Duarte. “Ze zag er breekbaar uit, maar had een krachtige stem. Ze had lang blond haar en doordringende ogen. Ze vertelde me dat ze bij de radio werkte en de bewoners van San Juan, die getroffen waren door een aardbeving, wilde helpen. Haar woorden overweldigden mij. Ik was onder de indruk van haar stem en haar verschijning: ze was bleek, maar als ze praatte leek haar gezicht vlam te vatten.” Eva Duarte is met een vriendin naar het gala gekomen, maar zal het feest verlaten met soulmate Perón. Als First Lady zal ze de Engel van Buenos Aires worden, een vrouw die vecht voor de emancipatie van Argentijnse vrouwen en haar geld letterlijk uitdeelt aan de armen. Als ik dagelijks de intiemste tragedies van de armsten moet aanhoren, die slachtoffers zijn van de rijke en machtige uitbuiters van ons volk, dan zal ik schreeuwen tot ik er schor van ben. En hopen dat mijn beledigingen zweepslagen zullen zijn in de gezichten van de rijken, zodat zij ook eens voelen wat pijn is.” Eva spreekt de hemdlozen toe, de descamisados zoals zij hen liefkozend noemt en zij noemen haar even liefderijk Evita. Een sprookjesprinses werd ze, in de mooiste kleren, behangen met flonkerende juwelen. “Mijn descamisados willen een mooie vrouw zien. Arme mensen willen geen oude slonzige beschermvrouwe. Ik wil dat ze van me kunnen dromen.” Al in 1946 noemt Newsweek haar La Presidenta. Een jaar later gaat Eva zelfs op staatsbezoek in Spanje, Frankrijk en Italië, om de vredesboodschap te brengen. Ook brengt ze een kort bezoek aan Zwitserland, volgens sommigen om een tamelijk groot geldbedrag op de bank te storten.
Soms lijkt het of er twee Eva Peron’s zijn. De ene zet de paleisdeuren letterlijk open om duizenden voedselpakketten uit te delen aan zwervers en daklozen…aan haar geschreven brieven worden door haar persoonlijk beantwoord…ze maakt soms dagen van twintig uur…en een dichter die haar op een reis begeleidde schreef over haar: “er kwamen mensen met vieze kleren bij haar, mensen die stonken, en ze omhelsde hen, leek het niet te merken. Ze schuwde geen enkele aanraking. Zoals ze kussen gaf en kussen kreeg. Ik wilde haar tegenhouden toen ze een meisje met door syfillis aangetaste lippen wilde kussen. Maar ze zei tegen me: weet u wat het betekent als ik haar kus?”
De andere Eva Peron is een actrice, die met haar hoorspelervaring weet hoe je een toespraak emotie en spanning kunt meegeven, en na die toespraak tegen haar man zegt: “Wat een circus, wat een show!”
In de jaren na Perón probeert het leger de Argentijnse samenleving te ontdoen van de geest van het peronisme. Zonder succes. 17 jaar later, in november 1972, keert Juan Perón terug uit zijn ballingschap in Madrid. Het regent als de Leider de vliegtuigtrap afkomt, en buiten de 300 geselekteerde verwelkomers, de 800 journalisten en de 35000 soldaten die het vliegveld tegen een volksinvasie zouden moeten beschermen is er eigenlijk niemand. Peron zal nog enige jaren regeren, zonder veel overtuiging en aan handen en voeten gebonden door de generaals…
Tijdens een grote openluchtbijeenkomst op het Plaza del Mayo wil zijn nieuwe vrouw Isabel het woord voeren, maar de menigte scandeert: “Er is maar één Evita!” En als Juan Perón zelf zijn halfslachtige beleid probeert uit te leggen draaien de duizenden aanwezigen hem massaal de rug toe en roepen: “Vamos”, “laten we gaan!” De Argentijnen zijn politiek volwassen geworden, en gaan het huis uit. De Vader des Vaderlands blijft alleen achter, met een leeg plein, en zijn bureaucraten, verraders en politieagenten.
Onder Juan Perón was de onderdrukking van andersdenkenden al begonnen, onder de regering van zijn vrouw Isabel wordt het alleen maar erger. Zij mist het charisma van haar echtgenoot en niemand gelooft meer dat haar dictatuur in het belang van het land is. Achter haar rug zijn de generaals zich aan het hergroeperen. Laat deze dame maar even aanmodderen; straks zal iedere Argentijn spuwen op het peronisme. Straks zullen linkse elementen plotseling uit het straatbeeld verdwijnen onder het motto: “Zij moeten sterven opdat het land in leven blijft.”
Inderdaad, niemand kan ontkennen dat het in 1976 niet hoog tijd wordt dat er orde op zaken gesteld wordt in Argentinië. Het land verkeert in volslagen chaos. De regering bestond uit een kluwen corrupte graaiers, het land lijkt door de vakbondsbureaucratie onbestuurbaar geworden en tot overmaat van ramp weigert het IMF een dollarkrediet van 126 miljoen. Alleen: de manier waarop de drie generaals Videla, Massera en Agosti die orde denken te moeten herstellen is typisch Zuid-Amerikaans. Erger nog: op de staatsgreep volgt een terreur die zijn weerga in de geschiedenis van Argentinië niet kent. Meer dan 20.000 politieke gevangenen belanden binnen enkele weken in de gevangenis. Per dag worden er door de junta 15 moorden gepleegd. De militairen dringen de grote ondernemingen binnen, stellen samen met directeuren en vakbondsbureaucraten lijsten op van werknemers die zullen verdwijnen in geheime concentratiekampen en massagraven. Na negen maanden militaire heerschappij is er niemand meer die kan zeggen hoeveel gevangenen er samengepakt zitten in de officiële gevangenissen, en overgeleverd zijn aan de ergste kwellingen en folteringen. Nog onzekerder is het lot van hen die niet officieel gearresteerd zijn, maar simpelweg verdwijnen, om te eindigen in kelders van kazernes.
De generaals hebben zich voorgenomen de hele peronistische arbeidersklasse te vernietigen. Dit alles met het doel het kapitalisme van de grootgrondbezitters en de buitenlandse financiers te beschermen. Ze weten zich daarbij geruggensteund door de buitenlandse investeerders. Door Amerikanen, Duitsers en Nederlanders. Terwijl de gevangenen liggen weg te rotten stromen de buitenlandse kredieten het land binnen. Als beloning voor de geslaagde staatsgreep keurt het IMF alsnog het krediet van 127 miljoen dollar goed. De wereldbank, de InterAmerikaanse Ontwikkelingsbank en andere internationale consortiums blijven niet achter. Tegen het einde van het jaar hebben de generaals 2,4 miljard dollar binnengekregen ter ondersteuning van nog meer uitbuiting en onderdrukking.
De cel is smal. Als ik in het midden sta met mijn gezicht naar de stalen deur kan ik mijn armen niet uitsteken. Maar hij is wel lang, en als ik ga liggen kan ik mijn hele lichaam uitstrekken. Ik heb geluk want in mijn vorige cel moest ik me opvouwen om te gaan liggen.
De vloer van de cel is constant nat. Ergens zit een lek. Ook de matras is nat. Ik heb een deken en om die niet nat te laten worden hou ik hem de hele tijd om mijn schouders geslagen. Als ik ga liggen met de deken over me heen wordt dat deel van mijn lichaam dat op de matras ligt, doornat. Ik ontdek dat het het beste is de matras op te rollen zodat een gedeelte ervan de grond niet raakt. En dan zittend te gaan slapen.
Op een vroege ochtend in april 1977 bestormden zo’n twintig mannen in burger mijn appartement in het centrum van Buenos Aires. Ze zeiden orders uit te voeren van de Tiende Infanterie Brigade. De volgende dag is mijn vrouw inlichtingen gaan vragen bij de brigade, maar ze zeiden dat ze niet wisten waar ik was.
Ze trokken onze telefoonlijnen uit de muur, namen onze autosleuteltjes in beslag, en hebben alles vernietigd wat mij zou kunnen identificeren. Het was de Nacht Und Nebel-taktiek van Hitler die ze overnamen. En zo wilden ze heel links Argentinië vernietigen, en iedereen die zich hen zou kunnen herinneren.
Ik heb vaak teruggedacht aan de dagen dat ik hoofdredacteur was van La Opinión, en dat we het restaurant in het souterrain van Hotel Plaza als stamgasten tot onze privé-club hadden gemaakt. Iedereen van betekenis kwam daar en ik heb er met heel wat ex-presidenten en toekomstige presidenten zitten praten. Van tafel tot tafel werden groeten uitgewisseld. Vaak heb ik hoge functionarissen van de zittende regering groeten zien uitwisselen met militairen en burgers die een samenzwering tegen de regering zaten voor te bereiden. Buenos Aires was namelijk een gekkenhuis geworden. Een tamelijk naieve collega van me was aangevallen door de Triple A, de grootste terreurbende van de stad. Vreemd genoeg slaagde de politie er nooit in een van deze terroristen te pakken. Hij had het overleefd en ging aangifte doen. Hij kon de commissaris een precies signalement geven. Wat hij niet wist was dat de Triple A geheel uit vermomde politie-agenten bestond, opgeleid door de Amerikaanse CIA. Ze waren de dekmantel van het generaalsregime om ongestraft tegenstanders uit te kunnen schakelen. Op weg naar huis is hij alsnog vermoord; hij wist inmiddels teveel.
Wat is goed en wat is fout? Wat is onder, wat is boven? Wat is links en wat is rechts? Regelmatig kreeg ik een moeder op de redactie, die wilde dat ik een oproep zou plaatsen, want haar zoon was vermist. Met moeite kon ik haar uitleggen dat ze op die manier zijn doodvonnis zou tekenen. Want voorlopig kon hij nog in leven zijn, maar als zijn anonimiteit werd opgeheven zou hij onmiddellijk vermoord worden. Het was tenslotte niet de bedoeling dat er zomaar mensen gevangen zaten die met naam en toenaam bekend waren.
Ik word uitgekleed en geblinddoekt op tafel vastgebonden. Ze leggen me aan het apparaat. Wanneer ze je electrische schokken toedienen, voel je alleen maar dat ze je vlees openscheuren. En je krijst. Hoewel dat onverstandig is. Het kost je energie die je nodig zult hebben om te overleven. Gaandeweg zul je al je gevoelens van pijn, angst en haat uitbannen en proberen een plant te worden.
Ik hoor een stem boven de tafel die lachend zegt: “God beslist over leven en dood. Maar die heeft nou even andere dingen te doen, en ik vervang hem zolang…”
Jorge Zorreguieta is geen haar beter dan wij. Hij heeft niets gedaan en is gewoon naar zijn werk gegaan. Landbouw was zijn specialiteit en dat is het altijd gebleven. Naast directeur van de Argentijnse Suiker Unie is hij voorzitter van een Stichting die de Baskische Tradities in Argentinië probeert te conserveren. Ook heeft hij zitting in de International Policy Council for Agriculture, Food and Trade in Washington, in collegiale samenwerking met Nederlanders.
Iedere zaterdag en zondag wandelt Jorge, bijgenaamd Coqui, twee huizenblokken, koopt een krant, en neemt dan een taxi om te gaan ontbijten in de Universiteits Club van Buenos Aires. Samen met zijn vrouw Maria Carmen Cerruti gaat hij ieder weekend een eindje fietsen. In Argentinië een ongewone manier om je te verplaatsen, behalve natuurlijk als je de aanstaande ouders bent van de Koningin van Nederland. Jorge Zorreguieta geeft geen interviews en houdt zich stil, om voor zijn dochter geen roet in het eten te gooien. Daar is hij tenslotte heel goed in; hij kan zich muisstil houden als dat nodig is.
Toch begrijpt hij de kritiek niet helemaal. Is dit datzelfde Nederland, dat ruim 20 jaar geleden gewoon door ging met handel drijven en gewoon haar Nationale Elftal naar Argentinië stuurde? De organiserend generaal had geen twijfel laten bestaan over de Argentijnse bedoelingen: “De wereldkampioenschappen helpen, met de 35000 toeristen die verwacht worden, en de meer dan 1,5 miljard televisiekijkers, het prestige van Argentinië meer dan honderden politieke en diplomatieke verklaringen zouden kunnen doen.” Om ervoor te zorgen dat niemand achter de schermen kon kijken en de ellende van de bevolking kon zien waren er maatregelen getroffen. De stadions waar de wedstrijden gehouden werden zouden op legerkampen lijken: duizenden militairen, verkleed als voetbalenthousiasten, zouden zich onder de toeschouwers mengen. Het was toeristen verboden bij partikulieren te overnachten; zij moesten van tevoren een hotel bespreken, waar het personeel geheel uit verklede politiemensen zou bestaan. Het hele promotieplan van de militaire junta wordt uitbesteed aan een Amerikaanse pr-firma. Mede dankzij de Nederlandse deelname wordt het wereldkampioenschap een succes, en ook Nederland zakt en masse onderuit om enthousiast, met pils en chips, de verrichtingen van onze jongens te volgen. De cijfers van Amnesty International: 8000 gevangenen, 10.000 ontvoeringen, 10.000 doden, zullen later nog aan de lage kant blijken.
Op het moment dat het er nog toe zou kunnen doen, hebben we ons met andere cijfers bezig gehouden. Met uitslagen, rangen en standen.
Nu zijn de gevangen, ontvoerde, gefolterde en afgeslachte Argentijnen een koud cijfer in de geschiedenisboekjes geworden. De dwaze moeders op het plein weten inmiddels waar hun zonen gebleven zijn. Onze verontwaardiging komt ruim 20 jaar te laat…