Goeiemiddag, je luistert naar Route du Soleil, al was het maar omdat je radio er ook wel eens even uit wil… Wij rijden momenteel langs de kust met rechts van ons de heerlijke Mediterrannée en links de Provence, of La Provenzia, zoals de Romeinen hun favoriete provincie ooit noemden. De Fransen zeggen: Le Midi. Vroeger zagen ze de Provence altijd als het achtergebleven gebied van hun trotse vaderland…een soort achterhoek vol boerenkinkels. Tegenwoordig echter dromen de Fransen over de Provence…als de plaats waar ze ooit een tweede huisje zullen bezitten en waar ze op hun oude dag zullen kunnen genieten van alle dagen zon.Wij naderen nu trouwens Saint Tropez, in de Jaren Vijftig wereldberoemd gemaakt door de filmster waarop ik heel erg verliefd ben geweest toen ik 8 was en voor het eerst foto’s zag in tijdschriften van Brigitte Bardot. Het zou zelfs kunnen zijn dat ik ooit over ben gegaan tot het maken van een plakboek…in ieder geval heb ik haar toen een brief geschreven of ze met me wilde trouwen. In gebrekkig Nederlands, dat wel, want ik kon net een jaartje schrijven, maar ik had wel eens gehoord dat zij gebrekkig Nederlands spreekt, dus ik dacht: dat komt dan mooi uit. Nooit antwoord op gehad. Dat zijn zo van die jeugdtraumaatjes die je je leven lang blijven achtervolgen.De grap is nu: wij hebben op onze studiocomputer hier in de bus een gesproken brief ontvangen van Brigitte Bardot. Via de email. Ze is namelijk al 23 jaar bezig met een stichting die over al ter wereld voor de dieren op komt, en in haar brief vraagt ze ons of we aandacht willen besteden aan haar stichting. Ze vertelt dus dat ze al 23 jaar haar bekendheid en haar fortuin inzet voor de bescherming van de dieren, en vraagt of we haar willen helpen door aandacht te besteden aan het werk dat ze doet. Ik zal haar even een mailtje terugsturen. Lieve mevrouw Bardot, ik zit al langer dan 40 jaar te wachten tot ik eindelijk eens antwoord krijg op de vraag of u met me wilt trouwen. Inmiddels hebben we dus nu contact, maar van mij hoeft het niet meer. De groeten aan uw zeehondjes.
KOEIENOGEN EN KALFSHERSENTJES
Goeiemiddag, welkom bij de Route du Soleil. Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan lekker eten. Hoewel je daar ook niet blind op moet varen, als toerist. Want onze magen draaien om als we dapper Tripes a la Mode hebben besteld in een restaurant, en dat blijkt pens te zijn. Wij komen niet echt in vakantiestemming als twee koeienogen ons verwijtend liggen aan te kijken op ons bordje, en wij denken er het onze van als we kalfshersentjes geserveerd krijgen in die gemoedelijke provinciaalse hostellerie. Maar het allersmerigste van alles is natuurlijk wel die ongepasteurizeerde schapenkaas, die in een klein Zuidfrans dorpje in grotten ligt te beschimmelen tussen twee lagen bedorven brood van twee weken oud. Uiteraard levert dit een vieze blauwe schimmel op, op die kaas, en elk weldenkend mens zou dit afstotelijke verrottingsproces weggooien met een wasknijper op de neus. Maar nee, ze eten het hier op! Sterker nog: ze zeggen dat het lekker is. Sterker nog: wij importeren het in Nederland, en serveren het met een toastje op feestjes! Sterker nog: het s heerlijk! En wij staan in het dorpje Roquefort-sur-Soulzon…100 kilometer boven de Pyreneeën…’t is maar één straat en die hele straat is vol behangen met reclameborden voor maar één kaas: Roquefort. Onder dit dorp is een kilometers lang stelsel van gangen en grotten waar de wereldberoemde kaas ligt te rijpen. Even kijken: waar is de fabriek?
JAN: <i> Meneer van Bruggen…waar komt die vreselijke stank vandaan? </i>
Eh, o daar. Dáár is de fabriek.
JAN: <i> Mooi…wij wachten hier wel. </i>
PLATINA: <i> Nee Jan, doe nou niet zo flauw. Da’s toch hartstikke leuk om eens te zien waar die Franse kaas gemaakt wordt? Heb je iets om over te praten op het volgende verjaardagsavondje. </i>
ROQUEFORT
Er was eens…in het dorpje Roquefort-sur-Soulzon, een herdersjongen die met zijn schapen het veld in ging. Hij had een dubbele bruine boterham bij zich met daartussen schapenkaas. De herdersjongen was net even gaan schuilen in een grot toen hij in de verte een prachtig herdersmeisje zag lopen. Hij twijfelde, toen besloot hij achter haar aan te gaan. Maar hoe hij ook zocht, tot op het Plateau van de Grand Cosses, hij vond haar niet meer terug. Dagen later dreef de honger hem terug naar de grot, waar de schapenkaas tussen het brood groen was uitgeslagen. Hij proefde ervan…maar dat was geweldig. Dat smaakte ongelooflijk! De Roquefort was geboren!
Roquefort-sur-Soulzon is een klein stadje in Zuid-Frankrijk. Het ligt in de Cevennes, ongeveer 80 kilometer ten Noordwesten van Montpellier. Het zal niemand verwonderen dat er op alle reclameborden en uithangborden in dit stadje maar één woord prijkt: Roquefort. Je hebt er een stuk of vier producenten van deze wereldberoemde kaas, maar de grootste en bekendste is Société. En daar gaan wij op bezoek, in kelders en grotten die zich kilometers lang onder het stadje uitstrekken. Jacqueline is onze gids. Ze heet ons welkom in het Duits. Foutje van de directie. Zeer pijnlijk foutje. We leggen haar uit dat Nederland al een tijdje onafhankelijk is en ook een eigen taal heeft. Kan ze ons gidsen in het Engels, misschien? Ze lacht nerveus. Dat heeft ze al een tijdje niet gedaan. Ze zal het proberen. Zodra ze haar eerste poging doet lig ik al aan haar voeten. Francaises die Engels spreken…het is in één woord merveilleuse!
Trouwens…ook Platina gaat tijdens onze rondleiding plat. Maar da’s niet van de ontroering. Maar meer van de stank. Want Roquefort blijft natuurlijk een kaas die je vooral niet moet ruiken. En ja, aan die penetrante geur ontkom je natuurlijk niet als je je in het hol van de leeuw waagt. (Overigens: wie zich via internet in het hol van de leeuw wil wagen kan terecht bij de site van <a href=”http://www.societe-roquefort.com”> Roquefort.</a>
Ik moet eerlijk zeggen: ik ben altijd nogal een enthousiaste liefhebber van Roquefort geweest. In restaurants kan ik bijna mijn ogen niet afhouden van die ene salade of entrecote waar Roquefort of Roquefort-saus bij wordt beloofd. En hier loop ik dan, iets te luchtig gekleed want het is behoorlijk koud in deze grotten, maar ik merk het niet eens. Daar liggen ze bij duizenden tegelijk, in slagorde op hun zijkant in houten rekken: de kazen die het formaat hebben van uit de kluiten gewassen camembert-kazen…nu nog creme-wit, maar straks dooraderd met groen-blauwe schimmels. Ik heb nooit geweten dat de schimmels afkomstig zijn van paddestoelen die in de grotten groeien. Vroeger liet men die paddestoelen gewoon hun werk doen, tegenwoordig kweekt men de schimmels, maalt ze tot poeder, en impregneert daar de kazen mee. Kazen die voor een groot deel zijn gemaakt met smaakvolle schapenmelk.
Wat de Fransen heel listig voor ons geheim hebben weten te houden is dat er drie soorten Roquefort zijn: de Roquefort Abeille kennen we allemaal, die wordt namelijk ook in Nederland verkocht, maar er is ook een zachter en een pittiger soort, die alleen in Frankrijk te koop is: de pittiger Roquefort uit de Caves Templiers en de zachtere kaas uit de Caves des Barignaudes. De smaak wordt bepaald door het soort paddestoel dat gebruikt wordt om de schimmel op de kaas te ontwikkelen. Vroeger werd de schimmel op oud brood gekweekt, tegenwoordig voegen ze het als poeder toe aan de Roquefort.
Onvoorstelbaar he, als je hier in zo’n grot staat. Al die rijen blauwe schimmelkaas.
(bedompt) PLATINA: <i> Nou, wat zijn het er veel hè… </i>
Nou…waarom heb je trouwens een zakdoek voor je gezicht gebonden, Platina?
JAN: <i> Zou dat misschien zijn omdat je hier tegen de kaaslucht aan kan leunen? </i>
(harde klap op de grond)
Platina, wat is er met je?
JAN: <i> Oh oh…of ze probeerde tegen de lucht aan te leunen…of ze is flauwgevallen van de stank! </i>
PLATINA: <i> Ik heb even een dipje hoor. Ik lig even in een dalletje. </i>
Nou, anders moeten we haar maar even rustig laten liggen…
PLATINA: <i> Peter…als het jou niks uitmaakt, mag ik dan misschien ook buiten de grot liggen? </i>
OBSERVATIONS
In de smaal straatjes van Roquefort staan we met onze VIP-bus te wachten voor een stoplicht als er een Franse vrachtwagen uit tegenovergestelde richting langs de achterkant van onze bus schampt. Gelukkig valt de schade wel mee, maar toch voor de zekerheid maar even een schadeformulier invullen. We parkeren de bus even langs de kant (fout nr.1) en gaan samen met de vrachtwagenchauffeur het formulier invullen. Hij begint in rap Frans allerlei dingen te roepen die niemand van ons eigenlijk goed begrijpt, en schrijft driftig op het formulier. “Jullie stonden iets over de middenstreep,” zegt hij, en schrijft alweer. “We zijn het er niet mee eens, maar hoe zeg je dat in het Frans? Ineens kan ik me voorstellen hoe de heer Karremans zich gevoeld moet hebben onder de woordenvloed van generaal Mladich. Je zoekt naar woorden om te reageren, maar als je bijna uitgezocht bent heeft de ander het woord alweer genomen. Mokkend tekenen we het formulier omdat we al genoeg oponthoud hebben gehad (fout nr.2) en dan rijden we door, in de stellige overtuiging dat we het later wel zullen kunnen uitleggen. We stonden notabene stil! HIJ reed ONS aan, toch?
Groot is onze verbazing als het bedrijf van de vrachtwagenchauffeur ONS aansprakelijk stelt voor de schade aan de vrachtwagen, die ONS heeft aangereden!
Meneer Fedder van verzekeringsmaatschappij Nationale Nederlanden: “Dit overkomt duizenden Nederlanders tijdens hun vakantie. Je tekent zo’n formulier om ervan af te zijn, in de overtuiging dat je later de juiste toedracht wel zult kunnen vertellen. Maar…zo’n schadeformulier is HEILIG in Frankrijk. Kijk dus uit wat je tekent. Als er politie bij komt zal die er ook op aandringen dat je tekent. Maar als je dat doet heb je later geen verhaal meer. Kom je er dus niet uit, schrijf dan simpelweg in het vakje OBSERVATIONS rechtsonder, iets van: IK BEN HET ER NIET MEE EENS. Anders hang je!”
JAN: <i> Nou dames en heren, dat was een hele bezoeking… </i>
Ja, dat was een leuk bezoekje aan de fabriek van Roquefort.
JAN: <i> Maar wij zijn inmiddels weer onderweg. Wij zetten momenteel koers richting Montpellier. De temperatuur aan de kust bedraagt momenteel 38 graden, maar in onze bus met airconditioning houden wij het aangenaam koel. Zoadelijk zal on ze charmante stewardess Platina Solana bij u langskomen met een verfrissend drankje. Ik wens u een goede reis en bedank u alvast dat u ook deze zomer weer voor Soleil Travels hebt gekozen. </i>
Wat is Jan in een goeie bui zeg. Ik heb hem alleen nog niet verteld dat we in Arles het spoor van Vincent van Gogh gaan volgen em dat we in Salon-de-Provence het huis van Nostradamus gaan bekijken.
Jan…in Arles he…waar wij nu heenrijden…wist jij dat Vincent van Gogh daar gewoond heeft?
JAN: <i> Die ken ik! Vincent van Gogh, de schilder. Die heeft daar toch heel veel geschilderd?
Ja…. </i>
JAN: <i> Is het dan niet leuk om daar wat plaatsen te bekijken die hij geschilderd heeft, zoals die ophaalbrug? </i>
Oh…da’s misschien wel een goed idee ja. Ja, leuk idee!
Eh Platina…wat heb je hem te drinken gegeven?
<i> Brief van Vincent aan zijn zus Wil, september 1888: “Ik ben bezig aan een nieuw schilderij dat het exterieur van een café ‘s avonds voorstelt. Een ontzaglijk grote gele lantaarn verlicht het terras, de voorgevel, werpt zelfs een licht op de straatstenen die een tint van violet-roze krijgen. De gevels van de huizen onder de besterde blauwe hemel zijn diepblauw of violet. Het bevalt me goed ter plaatse in de nacht zelf te schilderen. Zo kom je af van die traditionele zwarte nacht, en krijg je tinten als diepblauw, violet en groen, met een verlicht plein in zwavelgeel en citroengroen.” </i>
Het terras is er nog steeds, in de Zuidfranse stad Arles, aan het Place du Forum. Het terras van Café de Paris dat Vincent van Gogh nog heeft geschilderd. En zo te zien mag dat wel eens opnieuw gebeuren, ‘t is een beetje verveloos!
Als je naar het Kroller-Müller Museum in Otterlo gaat en naar het Caféterras van Vincent van Gogh kijkt (maar Jan de Boer heeft het ook achter zijn bank hangen) dan zie je achter het terras een verlicht raam. Achter dat raam is tegenwoordig Bar Le Tambourin gevestigd. Een glas pastis kost tegenwoordig 7 euro, want de prijzen der consumpties zijn evenredig meegestegen met de prijzen van de schilderijen van Van Gogh. Bonsoir! Maar ooit kostte een glas pastis hier een paar cent, en ooit speelde hier een groep zigeuners op weg naar de Camargues, waar ieder jaar tziganes uit heel Europa samenkomen in Saintes-Marie de la Mer…ooit heeft Vincent hier zijn pastis gedronken en geluisterd naar de muziek waar wij nu ook naar gaan luisteren. Want voor ons staan een oudere violist en een jongere accordeonist en zij gaan voor 20 euro nu voor ons spelen in Route du Soleil…ik kan ze niet aankondigen, want ze zijn illegaal en als ik naar namen vraag zwijgen ze in alle talen…de microfoons worden nog even goed gezet…en dan kan het gebeuren…er wordt nog even gestemd…live vanuit Bar Le Tambourin bij het caféterras van Vincent van Gogh…
Kun je het je voorstellen: dat rossige menneke uit Brabant, hier buiten op het terras met zijn schildersezel? En ook buiten Arles kun je een heleboel plaatsen bezoeken waar Vincent heeft staan schilderen, en dan zie je ineens die ophaalbrug voor je. Of het gele huis waar hij heeft gewoond aan de Place Lamartine. Waar hij zichzelf ook een oor heeft afgesneden met een scheermes. Als je hier naar het VVV loopt aan de Boulevard des Lices dan kun je voor 100 euro zelfs Jacqueline inhuren, een Nederlandstalige gids die je rondleidt langs de plekken waar Van Gogh zijn schildersezel neerzette.
JAN: <i> Meneer van Bruggen, als ik nou ‘s wat te drinken bestel…we zitten hier nou zo lekker op ons gemak…vertelt u ons nou ‘s het hele verhaal van Vincent van Gogh. </i>
PLATINA: <i> Jongens, als jullie mij zoeken…ik lig hier en ik luister! </i>
PLATINA: <i> Kan iemand mij even oprapen? Ik vind het zo zielig…hij heeft zulke mooie schilderijen gemaakt en niemand vond hem aardig. Ik wou dat hij nu leefde, dan zou ik hem heel erg zoenen en koffie voor hem zetten! </i>
JAN: <i> En nou wegwezen! D’r komt steeds zo’n zwerver zeuren dat hij een karikatuur van me wil schilderen voor 30 euro. </i>
PLATINA: <i> Goed zo Jan, dat je hem hebt weggejaagd. Zo’n landloper die een centje wil bijverdienen met zijn kwast! </i>
Misschien was dat wel…Vincent van Gogh!
PLATINA: <i> Jan, jaag die straatmuzikanten weg! </i>
Platina…dat is The Band! Die zijn legendarisch. Die kun je niet wegjagen!
Eigenlijk vind ik dit het mooiste stuk van Frankrijk. Die corridor van het Rhone-dal, Montelimar, Orange, Avignon, Arles, en daarachter dat wonderlijke deltagebied, de Biesbosch van Frankrijk, de Camargue met zijn wilde paarden. Hier schilderde niet alleen Vincent van Gogh, hier woonde ook de ziener Nostradamus, in Salon-de-Provence, waar we nu met de Route du Soleil-bus naartoe rijden. En de weg van Arles naar Salon, met aan weerszijden platanen, die hééft iets. Wat? Dat vertelt zodadelijk de Vlaamse schrijver die in 1913 door deze streken reed, in een automobiel. Cyriel Buysse was een van de eersten die zo’n machine kocht, en hij reed over wegen waar ze dagenlang niet zo’n gevaarte hadden gezien.
DE TOERIST
1913. Vier Vlaamse vrienden maken een tocht door Frankrijk, in een van de eerste automobielen. Een historisch dagboek uit de eeuw dat wegen nog onbeschreven bladen waren; achter elke horizon een wereld te ontdekken met het glanzend-grijs karos, achter elke heuvel ‘n dorp in rep en roer. De Toerist!
Het is van Arles tot aan Salon een bijna lijnrechte mooie brede weg van 70- kilometer. Een barre vale uitgestrektheid, met mager gras begroeid en met grote gele keien bezaaid. Slechts hier en daar, op grote afstanden, een steengrijze boerderij, omgeven door sombere cypressen, als een oase in volle woestijn. En verder geen ander leven dan dat van enkele kudden schapen, die van de verdorde kruiden tussen de kasseien moeten leven. Hier heerst de absolute verlatenheid, maar een verlatenheid die iets indrukwekkend-groots heeft. Het was tegen zonsondergang, l’heure du berger zoals de Fransen zeggen, dat wij over deze weg reden. Een blauwe hemel, en daaronder het vale land van warme, bruin-gebronsde zuidelijke tint. Het had iets bijbels, iets van de oude tijden, toen de mensen zich nog in dierenvachten kleedden. En in die sfeer van Oosterse legenden zag ik de kudde komen, een grijs-deinende golf, met ervoor de herder, vaalgrijs en bruin in het avondlicht, als een profeet uit het oude testament. Rechts en links van de kudde: twee ezels, beladen met allerlei. De tent, proviand, gereedschap, voor tochten die soms dagen duren.
Het is bijna avond. De eenzame hoeven verdwijnen somber achter de cypressen en in de hemelkoepel schitteren al de eerste sterren. Alleen de lange vlakke dood-verlaten weg strekt zich in het gele licht van de autolampen uit als een geelblond lint. Daar twinkelt een klein lichtje in de verte. En het lichtje worden lichtjes, de eerste huizen van Salon-de-Provence.
NOSTRADAMUS
We zitten hier op een plein in Salon-de-Provence. We zien een fontein, en schuin links daarvan een Middeleeuwse poort. Daarachter de Rue de la Poisonnerie waar je maar 20 meter in hoeft te lopen, en dan zie je aan je linkerhand het huis waar de ziener Nostradamus avondenlang in de toekomst heeft zitten kijken. Michel de Nostredame, geboren in 1503. Hij had genoeg gelezen en geleerd om te weten dat een wijs man soms teveel kan weten. Zeker in de tijden van de Inquisitie en helemaal als je de zoon van een Joodse notaris bent. Vele duizenden Joden werden immers gefolterd en gedood, omdat hun volk door de katholieken beschouwd werd als de moordenaars van Christus. En in die tijd begon Michel de Nostradame uitgerekend occulte ideëen te verdedigen.
En dus lichtte hij overdag, als ie door het deftige dorpje Salon liep, de hoed voor iedere dame en heer die hij tegenkwam…zo bezocht hij trouw de kerkdiensten en ging hij net zo hard als alle anderen tekeer tegen de weerbarstige Hugenoten… maar ’s nachts, als het licht op zijn studeerkamer brandde, dan gaf dokter Nostra-damus zich over aan het Grote Avontuur…dan reisde hij over de oceanen van toekomstige eeuwen, en schreef als een bezetene op wat hij gezien had.
Is het mogelijk, dat ’n sterveling in de 16e eeuw de drie narren van het fascisme al kan zien, en ze zelfs bij naam kan noemen: Hister, Franco en de Duce? Is het mogelijk dat hij het allemaal toen al zag? De Franse Revolutie, de honderd dagen van Napoleon, het begin en einde van het Communisme, de uitvinding van de radio, de landing op de maan, de moord op Kennedy, de ramp met de Space Shuttle, en de 27-jarige oorlog met de Antichrist die het einde der tijden zou betekenen.
Ik bel aan bij het huis van Nostradamus. Een vrouwenstem vraagt: wie is daar? Ik antwoord: nou, de helderziendheid zit duidelijk niet in de familie!
Salon, Martigues, Marseille, Aix-en-Provence…wij rijden met de Route du Soleil langs de Zuidfranse kust, welkom aan boord. Wat kan er heerlijker zijn dan in de lommer van platanen over een markt lopen, waar de boeren uit het Zuiden hun bloedrode tomaten, geurige truffels en verse kruiden verkopen? Ook olijfolie kun je in alle soorten kopen op de markt. Die uit de Var is zacht en fruitig, uit de vallei van Beaux is de olie sterker van smaak. De olie uit Nyons heeft een mooie groenbruine kleur…maar wie verse olie wil kopen moet natuurlijk eigenlijk in de winter komen, dan is de eerste versgeperste olie van het jaar te koop. Ja, en dan heeft natuurlijk iedere markt zijn specialiteit van de streek: walnoten in Grenoble, geconfijte vruchten in Apt, vijgen en citroenen in Menton, en Pazizes oftewel tulpvormige paddestoelen, die groeien onder de pijnbomen rond Aix-en-Provence. Zodadelijk in Route du Soleil: Platina ontvangt een Franse gast en Cas de Boer gaat weer heerlijk voor ons koken.
En…Mireille, hoe heet de gast waar je vanmiddag mee gaat praten in Lunch-TV du Soleil?
PLATINA: <i> Dat heeft ie niet gezegd, hoe die heet. Maar dat merken we vanzelf. En Cas gaat vanmiddag weer heerlijk voor ons koken, niet Cas? </i>
JAN: <i> Nou, dat kun je wel zeggen Mireille. We gaan namelijk een zogenaamde Barigoule maken van kleine paarse artisjokken, een echt fris gerecht uit het Zuiden. </i>
PLATINA: <i> Goed Cas, terwijl jij alvast begint, ga ik praten met onze gast van vanmiddag. Goeiemiddag meneer, comment ca va? </i>
Och, en wat er zich dan afspeelt? De Fransman tegenover Platina begint te praten met een tongval waarbij de Niagara waterval een sloom stromend beekje is. En ja hoor, onze Platina gaat weer knock-out!
PLATINA: <i> Oh oh….praat u tegen mij? Oh oh. Dit trek ik niet hoor. Ik ben er even niet meer. Laat mij maar hier liggen. </i>
Nou, dat was Mireille met een Franse gast, van wie we nog steeds niet weten hoe die heet. Doet er ook eigenlijk niet zo heel veel meer toe, want het is hoog tijd om eens bij onze Cas de Boer te gaan kijken hoe het achter de potten en pannen gaat…
JAN: <i> Alles is aangebrand…. </i>
Maakt niet uit, je hebt hele goeie restaurants hier en wij hebben in Route du Soleil een muzikale gast. Het is Jo Lemaire en…wat? Oh, ze komt alleen even zeggen dat ze weer weg gaat! Je Suis Venu Te Dire Que Je M’envais. Titel is nog langer dan het hele liedje op zich. Maar we betalen d’r ook maar reiskosten uit tot op de hoek!
BRIGITTE BARDOT
Goeiemiddag, je luistert naar Route du Soleil, al was het maar omdat je radio er ook wel eens even uit wil… Wij rijden momenteel langs de kust met rechts van ons de heerlijke Mediterrannée en links de Provence, of La Provenzia, zoals de Romeinen hun favoriete provincie ooit noemden.
De Fransen zeggen: Le Midi. Vroeger zagen ze de Provence altijd als het achtergebleven gebied van hun trotse vaderland…een soort achterhoek vol boerenkinkels. Tegenwoordig echter dromen de Fransen over de Provence…als de plaats waar ze ooit een tweede huisje zullen bezitten en waar ze op hun oude dag zullen kunnen genieten van alle dagen zon.
Wij naderen nu trouwens Saint Tropez, in de Jaren Vijftig wereldberoemd gemaakt door de filmster waarop ik heel erg verliefd ben geweest toen ik 8 was en voor het eerst foto’s zag in tijdschriften van Brigitte Bardot. Het zou zelfs kunnen zijn dat ik ooit over ben gegaan tot het maken van een plakboek…in ieder geval heb ik haar toen een brief geschreven of ze met me wilde trouwen. In gebrekkig Nederlands, dat wel, want ik kon net een jaartje schrijven, maar ik had wel eens gehoord dat zij gebrekkig Nederlands spreekt, dus ik dacht: dat komt dan mooi uit. Nooit antwoord op gehad. Dat zijn zo van die jeugdtraumaatjes die je je leven lang blijven achtervolgen.
De grap is nu: wij hebben op onze studiocomputer hier in de bus een gesproken brief ontvangen van Brigitte Bardot. Via de email. Ze is namelijk al 23 jaar bezig met een stichting die over al ter wereld voor de dieren op komt, en in haar brief vraagt ze ons of we aandacht willen besteden aan haar stichting.
Ze vertelt dus dat ze al 23 jaar haar bekendheid en haar fortuin inzet voor de bescherming van de dieren, en vraagt of we haar willen helpen door aandacht te besteden aan het werk dat ze doet.
Ik zal haar even een mailtje terugsturen. Lieve mevrouw Bardot, ik zit al langer dan 40 jaar te wachten tot ik eindelijk eens antwoord krijg op de vraag of u met me wilt trouwen. Inmiddels hebben we dus nu contact, maar van mij hoeft het niet meer. De groeten aan uw zeehondjes.
MAJESTEIT
D’r was dus ooit een man op het eiland Torpes die door de Romeinse keizer Nero werd onthoofd omdat hij christen was en zijn geloof niet af wilde zweren. Zijn lichaam werd in een bootje gelegd en spoelde hier aan op de kust. Vandaar dat ze het hier Saint Tropez zijn gaan noemen, volgens de legende althans. Tegenwoordig spoelt Rick Felderhof hier regelmatig aan met twee gasten. Moet je al die jachten toch eens zien. Ongelooflijk he. Het ziet gewoon wit van de jachten! Wie hier ook vaak lag met zijn jacht Something Cool, dat was Freddie Heineken. En dan kon het zomaar gebeuren dat Claus en Beatrix op het dek lagen te zonnen. Daar was namelijk mee bevriend. Hij mocht ook gewoon Trix zeggen. Ja, in het begin wilde ze echt dat hij netjes majesteit zei, maar Freddie schijnt toen geantwoord te hebben: ik ken alleen zomertijd en wintertijd, maar geen majesteit.