Francesco is ongetwijfeld een goed mens geweest. Nou ja, eigenlijk heette hij Ascanio Carraciolo, maar toen hij priester werd in Napels nam hij de naam van zijn grote voorbeeld Franciscus van Assisi aan, Francesco dus. Maar of Francesco’s naamdag buiten Napels door veel mensen zal worden gevierd valt te betwijfelen. Natuurlijk, hij was een Italiaan, en dan heb je een streepje voor bij de kerk. En natuurlijk: hij heeft een orde gesticht, en ook dat maakt altijd grote indruk in Rome. Op zijn graf gebeurde talloze wonderen, maar wonderen zijn in Italië net zo vanzelfsprekend als dagen waarop de zon schijnt. Nee…Francesco’s heiligverklaring is een beetje een overwinning na een thuiswedstrijd met een partijdige scheidsrechter.
Francesco heet dus eigenlijk nog Ascanio, en is een Italiaanse jongeman van adel, als hij op zijn 20e ineens zulke rare vlekken en bulten op zijn lichaam krijgt, dat hij denkt melaats te zijn geworden. Innig bidt hij tot God en belooft zijn leven aan hem te wijden als de ziekte zal verdwijnen. Dat gebeurt en Francesco sluit zich in Napels aan bij een broederschap die gevangenen bezoekt. Hij zal dat de rest van zijn leven met volle inzet doen, het begeleiden van de allerarmsten, de uitzichtloos zieken, de galeislaven en de ter dood veroordeelden. Ook sticht hij dus een orde, waarin de broeders zich niet zozeer zullen bezighouden met bidden, zingen en bezinning, maar naar buiten gericht zullen zijn, de straat op zullen gaan, om mensen te helpen waar nodig. Een prachtig streven, maar van de orde zal niets terecht komen. Net zo min als van de poging die Francesco met medestichter Giovanni onderneemt om kloosters te gaan bouwen in Spanje. Ze lachen hem daar vierkant uit. Geen enkele behoefte hebben ze aan de import-paters, en klooster-orden hebben ze zelf al genoeg. Francesco en Giovanni stappen dus maar weer in hun scheepje om terug te zeilen naar Napels. Maar onderweg leiden ze schipbreuk, en als ze Italië weten te bereiken hebben ze dagen van honger en ontberingen achter de rug. Voortaan zullen ze, als ze armen en zieken helpen, precies weten wat het is om honger te lijden, en ellende te moeten doorstaan.
Francesco Carraciolo overlijdt in 1608 en wordt twee eeuwen later heilig verklaard. Maar als ze in de hemel iets willen organiseren, ze vragen vrijwilligers en hij steekt zijn hand op, dan doen ze maar wijselijk of ze die niet hebben gezien…