Toen Franciscus van Assisi een klein jongetje was droomde hij er al van, dat hij Joris was die de draak zou verslaan. Een moedig ridder die de kerk van Rome zou redden. Joris, ook wel Georgius genoemd, werd inderdaad al vereerd in de Middeleeuwen. Dat kwam vooral door de legende die zo naadloos aansloot bij het tijdperk van ridders die op zoek gaan naar de Graal, en daarbij eerst de draak moeten verslaan. Ook Joris trekt op zekere dag langs een moeras waarvan alom bekend is dat er een vreselijk monster huist. Vegetariërs kunnen nu beter even iets voor zichzelf gaan doen, want om het monster koest te houden krijgt Joris dagelijks van de dorpelingen twee schapen, die hij het moeras in jaagt. Maar er komt een dag dat de schapen in het dorp op zijn, en dus moet er iets anders bedacht worden om het monster te voeden: natuurlijk, een kind! Ja, zo raar is dat niet in die tijd. De Middeleeuwen is een keiharde wereld waarin de wet van de jungle geldt, en de zwakkeren in de samenleving het onderspit delven. Eeuwen ervoor vonden de Germanen in onze streken het nog de gewoonste zaak van de wereld om de goden gunstig te stemmen met kinderoffers.
Het lot zou beslissen, welk kind er in het moeras gegooid zou worden. Het ene kind na het andere verdween in de mist van het moeras, tot het lot op een kwade dag het kind van de koning aanwees. Die leidde het meisje in haar mooiste jurk naar de rots bij het meer, omhelsde haar, en reed toen terug naar de stadspoort. Uit een venster van het paleis zag hij hoe plotseling de golven begonnen te sissen en sulferkleurig water opspoten, tot de opengesperde muil van de draak boven het wateroppervlak verscheen. Op dat moment sprong Joris in het zadel en dreef zijn stijgerend paard tussen de drakenmuil en het meisje. Hij stortte zich met gevelde lans op het monster en wist dankzij zijn grotere wendbaarheid het logge monster te verslaan. Maar het was de kracht van God geweest, riep hij, eenmaal met de koningsdochter teruggekeerd in de stad, en velen lieten zich tot het geloof bekeren.
In feite is de legende van Joris de christelijke ridderversie van de Griekse mythe waarin Perseus het monster verslaat dat Andromeda bedreigt. Maar Joris heeft echt bestaan. Hij zou geboren zijn in Palestina als zoon van christelijke ouders. In het Romeinse leger brengt hij het tot kolonel. Al zijn onderscheidingen legt hij echter weer af als protest tegen de harde maatregelen die de Romeinse keizer uitvaardigd tegen de christenen. Joris wordt in de cel gegooid en gemarteld als hij weigert de Romeinse goden te aanbidden. Uiteindelijk wordt hij onthoofd. Hoe mooi de legende ook was, de echte Joris verliest het dus uiteindelijk van de draak, die onderdrukking heet.