Een groots en meeslepend leven…dat hebben de meeste heiligen geleid. Want als je je vroomheid tijdens je leven niet met het nodige vuurwerk gepaard laat gaan dan blijf je, naast een goed mens ook een anoniem mens. En hoe kunnen mensen je nagedachtenis eren als ze nog nooit van je hebben gehoord.
Vandaar dat de meeste heiligen ook tijdens hun leven al beroemd waren. Vanwege het feit dat ze nogal opzichtig met vogels stonden te praten, zoals Franciscus van Assisi, vanwege de wonderen die ze verrichtten of de orde die ze stichtten (Benedictus) of vanwege de ellendige manier waarop ze aan hun einde kwamen (Bonifatius bij Dokkum vermoord).
Het hoeft niet. Er hebben heiligen bestaan wiens leven één lange stille omgang was. Nog steeds komen er mensen naar Megen, bij het Brabantse Oss, om daar in het kapelletje van ’t Heilige Bruurke van Megen te bidden. Nog dagelijks leggen mensen daar een briefje neer met daarop iets wat ze vurig wensen voor iemand, in de hoop dat ’t Bruurke die wens in vervulling doet gaan. Terwijl Broeder Everardus Witte, die in 1950 overleed, daarmee een leven afsloot dat opvallend onopvallend was. De portier van het Franciscanerklooster deed niets anders dan een goed mens zijn, en waar hij kon zwakkeren in de Meegse samenleving helpen.
Datzelfde geldt voor Koenraad van Parzham, als kind al opvallend vroom, als hij bijvoorbeeld de koeienstal van zijn ouders met bidprentjes versierde en nooit op weg ging zonder de rozenkrans om zijn pols gewikkeld. Koenraad zou zelfs een keer met zijn kar de sloot in zijn gereden omdat hij zo intens zat te bidden. Ook tegenwoordig rijden mensen wel eens tegen een vluchtheuvel aan, maar dat heeft dan meer te maken met het altaarstukje dat GSM heet.
Net als het Bruurke werd Koenraad portier van een klooster. 43 jaar lang in een hokje aan de ingangspoort van een klooster zitten. Aldoor biddend, en mensen die langskwamen troost en steun geven als ze die nodig hadden.
Op een zekere dag in 1894 meldde Koenraad zich bij de overste van het klooster met de woorden: “Ik kan niet meer!” Volledig uitgeput sloot hij de ogen en overleed!
Een onopvallend mensenleven, zonder kampioensbekers of gouden medailles. En toch: op de datum van vandaag zijn er nog steeds mensen die aan hem denken.