Hoe zou het zijn om een kluizenaar te zijn? Je kunt je daar allerlei romantische voorstellingen bij maken, bijvoorbeeld van Romanus die in de Jura aan een bosbeekje zat en van bessenstruiken at. Maar ja, kluizenaar heeft alles met ‘kluis’ te maken, en er staan in Europa nog een heleboel domkerken met een stenen uitbouw waarachter zich zo’n kluizenaar liet inmetselen. Het is om de rillingen van te krijgen, maar in de zwarte middeleeuwen gebeurde het echt: iemand liet zich inmetselen, en werd dus in feite levend begraven in de kerkmuur! In een tijd dat we een kwartiertje op de bus moeten wachten al een bezoeking vinden kunnen we ons nauwelijks voorstellen wat iemand daartoe bracht. De monnik Paternus deed het, in de 11e eeuw. Hij leefde in de abdij Abdinghof in Paderborn. Hij was zo’n monnik die zo graag boete wilde doen dat hij het leven in de abdij, met het sociale contact dat erbij hoorde, nog te luxe vond. Hij vroeg om insluiting, en meestal werd daar wat weifgelend op gereageerd. Want kon een mens overzien wat het zou betekenen om je levend te laten begraven? Er waren er vaak geweest die het na enkele maanden toch niet uithielden omdat ze in doodse stilte gek zaten te worden. Voor een klooster was zo’n kluizenaar die er spijt van kreeg een enorm gezichtsverlies.
Paternus krteeg dus in eerste instantie geen toestemming. Maar hij werd van lieverlee zo zwijgzaam en eenzelvig, dat de abt besloot toch maar een nis voor hem te laten metselen. Weliswaar een met een heel klein raampje gericht op het koor om de godsdienstoefeningen te kunnen volgen en een luikje bij wijze van deur, want de kluizenaar moest bij tijd en wijle toch verschoond kunnen worden.
Paternus heeft rond de 30 jaar heeft Paternus het leven geleid van levende mummie. Hij kreeg in die volslagen eenzaamheid zo’n ontstellend inzicht in de menselijke geest dat er maar iemand voor het raampje hoefde te verschijnen, of Paternus wist precies welke geheimen deze mens met zich meedroeg. Ingemetseld in zijn cel doorgrondde hij de wereld dieper dan de mensen die voluit in die wereld leefden. Hij begon ook voorspellende gaven te ontwikkelen. Zo voorsdpelde hij in 1058 dat Paderborn door een verschrikkelijke brand zou worden geteisterd. Dertig dagen later woedde er inderdaad een grote brand in de straten van de stad. Het vuur naderde ook de abdij. De monniken sloegen op de vlucht, alleen de man in de nis weigerde ontrouw aan de eed die hij gezworen had. Hij bleef staan waar hij stond en verbrandde levend.