Hij staat in het Hunnerpark, vlak achter het tramhaltehuisje dat tot kiosk is omgebouwd. Hij staat er al sinds 1927 in Nijmegen, want daar werd Petrus Canisius ooit geboren, als zoon van burgemeester Jacob Kanis. Was het om de verfoeide reformatorische koffiebranders uit Kampen, Kanis en Van Gunnink dat Piet Kanis zich Canisius ging noemen? Onwaarschijnlijk want koffie zou pas een eeuw later voor het eerst gedronken worden in Nederland. Nee, het was in die dagen gewoonte om je naam te overgieten met een Latijns sausje van geleerdheid. De Groot werd Grotius, Van Kempen A Kempis en Gerrit Gerritszoon wordt dan vanzelf Desiderius Erasmus Roterodamus.
Petrus Canisius dus. Het priesterschap, een studie in Keulen, Leuven en Mainz…en daar komt hij in contact met iemand van de Orde van Jezuieten. Canisius zal het eerste Nederlandse lid van die orde worden en een grote rol spelen in het woelige tijdperk dat Contrareformatie heet. De Katholieke Kerk is door de groeiende aanhang van Calvijn in het defensief gedwongen, en gaat in de 16e eeuw in de tegenaanval. Petrus Canisius zal de strijd tegen het Reformatisme vooral voeren in Duitsland, en met de pen. Eigenlijk is hij het niet eens met de paus in Rome, als die bij wijze van paniekvoetbal een lijst publiceert met Verboden Boeken. Onderzoek alles en behoudt het goede, zo was het toch? Hij is ook bang dat deze maatregel de protestanten alleen maar nog woedender zullen maken dan ze al zijn, dat het conflict nog verder zal escaleren. Maar Petrus Canisius realiseert zich ook dat protesten van zijn kant zijn toch al bedreigde kerk alleen maar zullen verzwakken, dus houdt hij zijn mond, en aanvaardt de omstreden index. En dan gaat hij aan het werk, rechtlijnig en met maar één doel voor ogen: de kerk redden! Overal waar het katholicisme door de Hervormers dreigt te worden verdrongen sticht hij scholen, houdt hij lezingen, reist hij vorstenhoven af en werft priesters. Hij gaat in debat met protestanten, spreekt de Rijksdag toe, redt in Praag een bedreigde kerk, ook al wordt hij aan het altaar met stenen bekogeld, richt Jezuietenhuizen op in Polen… En tussendoor vindt hij ook nog eens tijd om een katechismus te schrijven, een vraag- en antwoordenboek dat tot in de 20e eeuw zal worden gebruikt. Een voor geleerden, een voor leken en een voor kinderen.
Na 50 jaar hard werken houdt zijn lichaam ermee op. Canisius heeft letterlijk moeite nog een kansel te beklimmen en als hij eenmaal boven is kan hij zich nauwelijks meer verstaanbaar maken. Hij raakt gedeeltelijk verlamd en overlijdt tenslotte in 1597. Het zal ruim drie eeuwen duren voor hij wordt heilig verklaard, in 1925. En er twee jaar later een standbeeld voor hem wordt opgericht in Nijmegen. Waar daarnaast een singel, een kerk, een ziekenhuis en een school zijn naam dragen: het Canisiuscollege, waar oud-politici als Ruud Lubbers en Hans van Mierlo ooit hun opleiding kregen.