Er was eens een vrome man die Vitus heette. Hij werd door vijanden van het christendom in een grote ketel met hete olie gefrituurd, maar kwam er wonder boven wonder heelhuids weer uit. Het zijn verhalen waar je zelf wel een beetje gaar van wordt, verhalen die je niet kunt horen zonder erbij te glimlachen. Maar zo gaat dat met verhalen over heiligen. Ze worden, iedere keer dat ze worden doorverteld, weer iets meer aangedikt, want de verteller wil, door er desnoods zelf een wondertje bij te verzinnen of groter te maken, zijn verering uitdrukken voor een heilige. En hoe langer het geleden is dat de heilige heeft geleefd, des te meer kan het zwaan-kleef-aan-verhaal groeien in de loop der eeuwen.
Sint Vitus leeft in de 3e eeuw en had als jonge jongen al dromen die we maar moeilijk kunnen begrijpen. Hij droomde er namelijk van dat hij zo snel mogelijk de marteldood zou mogen sterven. Hoewel…onbegrijpelijk is het ineens niet meer als je denkt aan alle jongens in streng-islamitische landen die ook opgroeien met de vurige wens een martelaar te mogen worden. In de middeleeuwen waren ook katholieken er heilig van overtuigd dat je als martelaar linea recta naar de hemel gaat.
De wens van Vitus zal spoedig in vervulling gaan, en het is zijn eigen vader die hem een handje helpt. Die vader is namelijk een traditionele Romein, en weet niet wat hij hoort: zijn eigen zoon is christen geworden. Hij geeft Vitus hoogstpersoonlijk aan bij Valerianus, de gouverneur van Sicilië. Die laat hem martelen om hem van zijn geloof af te brengen, maar Vitus weet te ontsnappen, en vlucht met zijn eveneens christelijke stiefmoeder Crescentia naar Rome.Maar daar wordt hij opnieuw betrapt als hij op een straathoek staat te prediken, en ditmaal gaat hij dus de ketel met kokende olie in. Zijn lijk laten de beulen in het veld liggen als voer voor de wilde beesten.
Zo zal het ongeveer wel gegaan zijn, maar in de overlevering hoort het lijk van Vitus een vrouw schreeuwen die in het water gevallen is. En jawel, hij redt haar van de verdrinkingsdood; als tegenprestatie vraagt hij haar zijn stoffelijk overschot netjes te begraven.
Sint Vitus is altijd een bizondere populaire heilige geweest. In de 10e eeuw liet een graaf uit Het Gooi, Wichman de 2e, voor zijn dochter een Vitusklooster bouwen in het Duitse grensplaatsje Elten, op de Elternerg, met prachtig uitzicht op de Rijn. Daarna zouden er ook Vituskerken gebouwd worden in het Gooi-zelf, in Naarden, Bussum, Blaricum en Hilversum.