Route du Soleil 31 augustus 2002 (Roma)

2002-09

Jan de Boer: Lukt ‘t een beetje?

Platina: Nou, ik heb geloof ik toch de verkeerde maat. Kun je deze even terughangen en dan hetzelfde lingeriesetje pakken, maar dan één maat kleiner? Moet je vooral bij de bh even op de goeie soort cup letten.

Jan: Ja hoor ‘s Platina, voor mij zijn er drie soorten cups, de Uefa-Cup 1, 2 en 3.

Platina: Nee, je moet die Tri-Action bh van Triumph Dangerous Curves pakken met verborgen beugels in de kleur Flamingo en dan cupmaat 80B.

Jan: Meneer van Bruggen….nou, als je hem echt nodig hebt dan is ie er niet!

Platina: Pak nou maar even…Dangerous Curves…

Jan: Nou, mooi is dat. Daar loop je dan met je goeie gedrag, Jan de Boer, 58 jaar oud en 35 jaar getrouwd, daar loop je dan als keurig touringcar-chauffeur tussen de rose flodders en de rooie fladders. Ik word heel erg nerveus van al dat kant. Wat moeten de mensen wel niet denken! Eh, hello signorina, I am looking for dangerous curves.

Verkoopster: Ah, you want to go to the races at Monza!

 

MEGAFOONS

PLATINA: <i> Goh wat zijn de mensen allemaal enthousiast hier in Rome zeg. </i>

JAN: <i> Ja, dat was mij ook al opgevallen. Al sinds we Rome zijn binnengereden staan de mensen te dansen en te juichen langs de kant alsof wij met onze bus de een of andere attractie zijn. </i>

We zijn Rome binnengereden met de Route du Soleil. En we zijn erg verrast als we overal langs de straten juichende mensen zien staan. Ze kijken naar onze passerende VIP-bus, ze lachen naar elkaar en sommige mensen beginnen spontaan te dansen! Dan begint me iets te dagen. Ik tik Platina op haar schouder en zeg: <i> “Platina, laat mij d’r even bij…” </i> Ik schuif even een raampje open.

<i> “Vinden jullie het gek. De megafoons op het dak staan aan. De muziek die we draaien schalt keihard over de straat.” </i>

Dan begrijp ik al die opgewonden en feestenden mensen langs de kant van de straat. De muziek die we in onze uitzending draaien schalt keihard over straat. Per ongeluk hebben we de megafoons op het dak aangezet!

PLATINA: <i> Nou ja, ze vinden het geloof ik wel gezellig! </i>

Daar is een parkeerplaats Jan. Nou, komt dat even mooi uit, midden in het centrum, vlakbij het Stazione Termini. Kijk wel uit, daar gaat net een mevrouw oversteken. En volgens mij is dat onze volgende zangeres…

 

EEUWIGE STAD

Jongens…we zijn in Rome. We zijn in de eeuwige stad!

Moet je je eens voorstellen, dat je 3000 jaren oud zou zijn. Je hebt overwinningen gevierd en verliezen geleden, je hebt triomfen en tragedies gekend. Je hebt lief gehad en je bent in de steek gelaten, je bent zo rijk geweest, dat je straten glommen van het goud, en zo liederlijk arm dat er geen broodkruimel meer tussen je straatstenen te vinden was. In je hoeken en portieken zijn de eerste christenen weggedoken uit angst voor je furie, en de leeuwen in de arena…op de bordessen van je fora en tempels hebben de keizers gestaan die heersten over de wereld. Achter je zuilen fluisterden je senatoren de taal van het verraad, de dolk achter de rug, en in je paleizen dansten je vrouwen de dans van de honderd sluiers. Je hebt alles gezien en beleefd wat er te zien en te beleven valt. Je bent de enige stad ter wereld die de mensen vergezeld heeft op de weg naar de beschaving.

Jij bent de eeuwige stad. Jij bent Rome.

In je Forum Romanum had je al een Senaat, waar politieke discussies gevoerd werden, toen wij in onze moerassen nog op een houtje liepen te bijten. Je had al je eigen schrift, een kalender, stedenbouwkundigen die je opbouwden volgens een patroon, toen wij nog gewoon door de bosjes liepen te struinen.

En nu rust je uit, want je hoeft jezelf niet meer te bewijzen. Je kampioensplaats in de geschiedenis ligt vast. Je tempels en paleizen zijn de bewijzen. Je hebt meer verleden dan een stad eigenlijk aan zou kunnen, en de toekomst…ach, die komt vanzelf.

JAN: <i> Meneer van Bruggen…wilt u wachten tot de stad antwoord geeft…of kunnen we gaan lopen… </i>

 

WINKELGALERIJ

In Rome krijgen we uitleg over alle monumenten en bezienswaardigheden van Anton van Rooy, een gids van KRAS-reizen die een waar feest van zijn rondleidingen maakt, door een flinke dosis humor en theater in zijn verhalen.

Anton heeft zojuist met veel verve verteld over de wagenrennen die hier ooit werden gehouden. Ik draai me om naar Jan en zeg: <i> “Jan, waar jij nu staat, op dit schamele grasveldje…daar werden dus ooit de wagenrennen gehouden met Ben Hur!” </i>

JAN: <i> Platina…kom ‘s hier. Kun jij even hier gaan staan. Zij vervangt mij dus even hè. </i>

PLATINA: <i> Ja, wat is er? </i>

Platina…zie je daar in de verte die armzalige ruïnes?

PLATINA: <i> Ja…het is hier allemaal niet echt goed onderhouden hè? </i>

Dat was ooit het Piazza Navona, een Romeinse winkelgalerij, waar de vrouwen van Rome gezellig gingen shoppen…

PLATINA: <i> Da’s wel lullig, om mij een beetje lekker te maken terwijl die winkels al duizend jaar gesloten zijn… </i>

De Markten van Trajanus, het Pantheon, het Capitool, de Sint-Pieter, de Sixtijnse kapel, de Spaanse trappen…Rome is niet op één dag gebouwd, maar wij moeten het wel in één uurtje allemaal bekijken…

PLATINA: <i> Nou, da’s heel grappig, maar wij hebben 100 meter verderop al een heel interessant gebouwtje gezien…loop je even mee? Kijk, je kan het van hier af al zien, met die hele grote M erop! </i>

 

AFGESTORVEN SMAAKPAPILLEN

Kan iemand mij uitleggen waarom je mensen hebt, die zelfs in landen als Frankrijk en Italië, de ware eetparadijzen dus, met twinkelende oogjes zoef-zoef-zoef de eerste de beste hamburgertent van McDonald’s of Burger King binnenrennen? Dat is toch doodzonde van die duizenden smaakpapillen die we bij onze geboorte hebben meegekregen, en waarmee je evenzovele nuances kunt proeven in eten en drinken. Met al die smaakpapillen kunnen sommige mensen zelfs de nuances proeven tussen Bordeaux uit St.Julien en Pauillac…ze kunnen je precies vertellen tussen Argentijnse biefstuk en het blankere vlees van Chrolais-vee…tussen de prachtige verscheidenheid die je in Italië hebt aan diverse soorten ham. Maar nee…loop een hamburgertent binnen en de Big Mac smaakt precies zo als in Rijswijk…geen greintje verschil. Aan twee smaakpapillen heb je genoeg, want ook de cola is wereldwijd hetzelfde. Is het niet zonde, om altijd maar die ene kant-en-klare smaakervaring te kiezen terwijl er een wereld van smaken te ontdekken valt?

En hoe leuk kan het niet zijn om in vreemde landen restaurantjes binnen te stappen waar de sfeer zo heel anders is dan in Zwolle of Breda? Om een pizzeria binnen te stappen, een echte Italiaanse pizzeria of trattoria of ristorante, en daar plotseling ondergedompeld te worden in het bruisende leven van families die luid pratend en lachend aan lange tafels van hun maaltijd genieten?

Maar nee…ook die ervaring blijft je bespaard in zo’n internationale hamburgertent. De inrichting is overal hetzelfde, en de bediening is zakelijk en efficiënt. Hoe zou het toch komen dat vooral jongeren altijd maar weer als een magneet lijken te worden aangetrokken tot deze grijze getto’s van smakeloosheid?

 

Jazeker, de wereld is veramerikaniseerd. Amerikanen zijn er zo van overtuigd dat ze uit een land komen waar alles het beste, het mooiste en het grootste is, dat ze er eigenlijk niet in geïnteresseerd zijn om kennis te maken met de culturen van andere landen. Als Amerikanen een reis door Europa maken komen ze in een weekje onze hits en highlights bekijken. Ze thuis op TV gewend dat alles in hapklare blokjes van drie minuten wordt opgediend, en dus schieten ze als een bliksemschicht langs de Big Ben in Londen, de Eiffeltoren in Parijs, het vissersdorpje Marken in Nederland en de scheve toren in Pisa…om het allemaal snel op de foto te zetten en thuis aan de buren te kunnen laten zien: kijk, ik ben in Europa geweest…wow, it was wonderful!

Als je niet werkelijk geïnteresseerd bent in wat die landen wezenlijk te bieden hebben, dan overnacht je dus ook niet in een Frans of Italiaans hotel, want stel je toch voor dat de bedden anders zouden zijn dan in je eigen United States. Dus kies je een Holiday Inn-hotel, waar alle kamers als twee druppels water lijken op de Holday Inns die je kent in Amerika. Dus eet je bij de Burger King, en drink je als je dorst hebt Coca Cola. Het is pure armoede. Wat de boer (in dit geval de Amerikaan) niet kent, dat vret ie niet!

Jammer genoeg zijn ook wij Nederlanders, en ook de Fransen en Italianen, inmiddels allemaal grotendeels Amerikaan geworden. Kijk maar op straat, naar de Nike-schoenen, de t-shirts en de honkbalpetten. Luister maar naar de radio, waar een knauwend Amerikaans soort Engels inmiddels de voertaal lijkt te zijn geworden. Kijk maar in de koelkast waar het fastfood ligt opgestapeld.

Ook in het culinair rijke Frankrijk en Italië zijn de eet- en drinkgewoonten aan het veranderen. Ook in die landen worden de hamburgertenten uit de grond gestampt en raken de mensen langzamerhand gewend aan het soort voedsel dat nog net niet met een infuus wordt ingebracht.

De Amerikanen hebben ons bevrijd in 1945. Maar nu…anno 2002…wie bevrijdt ons van de Amerikanen?

PLATINA: <i> “Ik heb ineens niet zo’n zin meer in een hamburger!” </i>

Mooi! Waar zullen we eens gaan eten…

<a href=http://www.omroep.nl/kro/route5/html/techniek.html>Lees meer…</a>

 

Wij zijn vanaf het Statione Termini, waar je nog de grote brokstukken vindt van de Serviaanse muur, ooit de stadsmuur, naar het Noorden gelopen, langs het Fontana dei Naiadi, langs de Via Vittorio en het Grand Hotel, langs de Via Leonida linksaf de Via Dei Condotti in. Wat zeg je Jan?

JAN: <i> Dat we het wel treffen – net nou wij d’r zijn is ‘t kermis in Rome! </i>

Ja, en ook echt in de hele stad he. Vooral botsautootjes. Een heleboel mensen die Rome bezoeken zouden er het liefst meteen weer gillend uit weg rennen. Want Rome is, in tegenstelling tot Venetië en Florence, geen Italiaanse en dus Europese stad, maar een Latijns-Mediterrane stad. Je moet Rome niet vergelijken met Londen of Parijs maar met een stad als Caïro. Automobilisten toeteren hier niet, nee, ze leunen op hun claxon terwijl ze naar een vriend of kennis zwaaien. Als je autorijdt in Rome, dan zal je achteruitkijkspiegeltje altijd hetzelfde beeld vertonen: dat van een rood aangelopen automobilist die langs je heen wil, of zo nodig: dóór je heen. Maar gelukkig slaan wij nu linksaf, de wat rustiger en vooral sjiekere Via Dei Condotti in, de PC Hooftstraat van Rome. Waarom rent nou ineens iedereen naar die pin-automaat?

PLATINA: <i> Oh oh. Ik heb ineens niks meer om aan te trekken. </i>

JAN: <i> Je kunt toch gewoon aanhouden wat je aan hebt? </i>

Jan…je snapt het niet. Als een vrouw zegt dat ze niets heeft om aan te trekken, dan bedoelt ze dat ze niet genoeg kleren heeft om te combineren!

PLATINA: <i> Wij gaan HIER naar binnen. </i>

Jan…het enige wat ik je kan aanraden is: zoek een rek om op te leunen. Dit kan héél lang duren!

VIA VENETO

PLATINA: <i> Dat wàs geen gewoon bloesje. Dat was speciaal voor mij gemaakt en het hing daar ècht te wachten tot ik het zou komen halen. </i>

Platina, laten we eerlijk zijn: als je dat bloesje draagt dan moet je je laten bijverzekeren. 650 euro voor één bloesje!

PLATINA: <i> Van 799 voor 649 euro! </i>

Heb jij het verder nog wel uit kunnen leggen Jan, waarom je daar midden in de winkel als een waanzinnige in de lingerie-setjes stond te graven?

JAN: <i> Nou, die verkoopster was wel kwaad geloof ik. </i>

Ja Jan, maar als een verkoopster vraagt welke cupmaat het moet zijn, dan antwoord je nóóit: ze heeft iets grotere borsten dan u! Dat vindt een vrouw nóóit leuk om te horen.

Even wat aan die accordeonist geven, wacht even…

Kennen jullie trouwens de film La Dolce Vita van Federico Fellini? Oh da’s jammer, want dan zou je deze straat misschien herkennen uit die film.

 

Dit was in de Jaren Vijftig de trendy straat waar alle kunstenaars, artiesten en jetsetjongeren bij elkaar kwamen om hier wat rond te hangen tot er iemand de bevrijdende mededeling kwam doen dat er daar-en-daar buiten de stad, op het kasteel van de rijke kunstverzamelaar die-en-die, een feestje werd gegeven. En dan reesten al die auto’s van de rijkeluiszoontjes, volbeladen met vrienden en vage kennissen, door de straten van Rome op weg naar het zoveelste feest.

En kijk daar ‘s: het Trevo-fontein. Prachtig he?

PLATINA: <i> Ik durf het bijna niet te vragen maar… </i>

Nee Platina, dàt mag dus niet meer. Er is ooit één vrouw hier het water in gegaan, Anita Ekberg, die heeft daar onder het fontein gestaan en werd daarmee de onbetwiste Miss Wet T-shirt aller tijden. Maar daar zijn de Italianen nog altijd zó van in de war dat niemand het fontein meer in mag. Wat wel mag is met je rug naar het fontein gaan staan en over je schouder een muntje in het water gooien. Dat brengt geluk, schijnt het. Vooral aan die ene zwerver die hier elke ochtend om half 5 muntjes kwam rapen. Die schijnt inmiddels miljonair te zijn. Als je er trouwens twee muntjes in gooit gaat je vrouw bij je weg.

JAN: <i> Hebt u toevallig één extra muntje voor me, meneer Van Bruggen? </i>

En als je er drie in gooit…de legende zegt dat je dan ooit weer in Rome zult terugkeren.

PLATINA: <i> Nou, met de prijzen die ze hier voor bloesjes vragen was ik het niet van plan! </i>

 

REMUS EN ROMULUS

Ja, da’s dus eigenlijk 6,20. Er zijn twee stukken Rome die je absoluut gezien moet hebben: het oude centrum, uit de tijd dat de Romeinen heersten over bijna heel Europa, en aan de andere kant van de Tiber Vaticaanstad, waarheen de macht verschoof na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk. Toen was het de Kerk die van hieruit de wereld bestuurde.

In het oude centrum van Rome moet je eigenlijk beginnen bij het begin. En da’s op deze heuvel, de Palatijnheuvel. Waar je prachtig over de stad en de Tiber kunt uitkijken. Nu een groene villawijk van Rome, toen nog een landstreek, zoals je ook de Capitolijnse heuvel had en de Sabijnse heuvel. Hier op de Palatijnse heuvel is volgens de legende Rome ontstaan. De reuzentweeling Remus en Romulus waren hier aangespoeld in een biezen mandje, en werden verzorgd door een wolvin. Tot een herder hen vond en hen verder opvoedde.

JAN: <i> Een Duitse herder, neem ik aan? </i>

Een schaapsherder Jan! Het was een tamelijk ambitieus koppel, die Remus en Romulus, want in 753 voor Christus begonnen ze een muur te bouwen om wat hun stad zou worden. Ze konden het alleen niet over de naam eens worden. Werd het Rema, naar Remus, of Roma, naar Romulus. “We doen gewoon Roma, okay?” Remus keek knarsetandend toe hoe zijn broer aan Roma bouwde, tot hij zo kwaad was geworden dat hij over de muur heensprong en zijn broer te lijf ging. Remus verloor het gevecht en Romulus bouwde in zijn eentje door, ijverig, dagen, maanden, jaren…want zoals we weten: Rome werd niet op één dag gebouwd!

In de loop van zeven eeuwen groeide dat Rome uit tot een machtige Republiek. Toen werd dit de sjieke villawijk, waar de rijke burgers in weelde woonden, en de keizers hun paleis hadden. Een zo’n paleis, van Domitianus, kun je hier nog steeds bewonderen. Ook de beroemde Romeinse keizer Augustus is hier geboren. Zijn oom Julius Caesar (daar komt ook de titel keizer vandaan) had hem op de troon gezet. Augustus was een ziekelijke maar wel heel mooie jongen, in wie menigeen zich vergiste, want als keizer was hij Het woord keizer komt eigenlijk van Caesar en hij droeg die naam voor het eerst als titel. Ook toen hij keizer was geworden bleef Augustus hier gewoon in een bescheiden huis wonen.

PLATINA: <i> Dat was wel een goeie man he, die Augustus. Zullen we vandaag uitroepen tot Augustus-dag? </i>

Weet je wat Platina. Wij doen daar niet kinderachtig over. We roepen deze hele maand uit tot Augustus-maand!

HET IS GEWOON TE VEEL !

Wij lopen hier nu een klein uur rond en ik moet je eerlijk zeggen: het is allemaal veel te veel. Het Capitool, het Forum Romanum, de Sint Pieter met de Sixtijnse Kapel, de Spaanse Trappen, het Pantheon en het Colosseum, de Piazza Navona en de Markten van Trajanus…Het is eigenlijk in één mensenleven niet te doen. En dat komt ook omdat aan elke plek de verhalen van vele mensenlevens verbonden zijn. Leuke verhalen en minder leuke verhalen. De Markten van Trajanus, da’s leuk…dat was dus gewoon de eerste winkelgalerij ter wereld, en daar liepen de dames dus gezellig de boodschappen te doen. Maar daarentegen…de Mamertijnse gevangenis, waar Petrus en Paulus nog gevangen gezeten hebben, die kun je niet bekijken zonder je te bedenken wat voor een hel dit geweest is. Het was gewoon één groot reservoir, aangesloten op het riool van de stad. Eigenlijk werd je hier levend begraven, want eten kreeg je hier niet, en als je eenmaal was gekrepeerd van de honger, dan schoven ze je lijk zo ‘t riool in. Zo heeft iedere plaats in Rome zijn verhalen te vertellen, en daarom kun je eigenlijk niet meer dan drie beroemde plaatsen op een dag bezoeken, en dan ben je doodmoe van alle indrukken. Het beste kun je dus, als je Rome bezoekt, niet meteen alle historische plaatsen langs rennen, maar ga eerst op je gemak eens een capuccino drinken op het prachtige Piazza dei Fiori en loop wat door de Pincio-tuinen om te genieten van het uitzicht op de daken van Rome. Slenter eens wat door Trastevere, aan de andere kant van de Tiber, ooit een sloppenwijk, nu een niet al te toeristisch aangenaam gebied met veel cafés en restaurants. Een beetje het Soho, de Jordaan, het Quartier Latin van Rome. De mensen die hier wonen beweren trouwens dat zij de enige echte Romeinen zijn.

Rome. Keizerstad, moeder der beschaving, historische hoofdstad van de wereld…

PLATINA: <i> Stad van de romantiek, van het dolce vita en de onbetaalbare bloesjes. </i>

JAN: <i> Stad van de verkeerschaos, het lawaai en de mensenmassa’s. </i>

Stad van de Romeinen, maar ook van de Ethiopiërs, de Senegalezen, de Sri-Lankanen…zij verkopen op de bruggen en bij toeristische plekken hun sieraden en reprodukties. Bedelen zul je ze nooit zien doen. Dat doen uitsluitend de Bosniërs en Serviërs.

Wij lopen nu naar een plaats waar de horror nog steeds voelbaar is, het Colosseum.

 

COLOSSEUM

De stadions waarin tegenwoordig voetbalwedstrijden gespeeld worden hebben allemaal dit ene machtige gebouw als voorbeeld: het Colosseum in Rome. We zijn in Nederland maar al te trots op onze Kuip en onze Arena, maar ruim 2000 jaar geleden stond er hier al een stadion waarover met behulp van windassen een gigantisch zeil kon worden gespannen tegen de zon. En de 50.000 bezoekers konden in geval van nood het gebouw binnen enkele minuten verlaten via 76 genummerde nooduitgangen. Een architectonisch meesterwerk. Wat er binnen die stadions gebeurde was iets minder leuk. Tijdens de opening werden er op één middag 5000 dieren gedood. Er vonden allerlei bloederige gladiatorengevechten plaats, bij wijze van training voor het leger en christenen of misdadigers (dat was in die tijd ongeveer hetzelfde) werden hier verscheurd door wilde beesten, zodat iedereen op de tribune straks naar huis zou gaan met de schrik in de benen, want als je niet oppaste dan kon jij daar morgen ook staan, of hangen of liggen. Je kunt het gewoon voelen…het is net of de angst en het afgrijzen nog in de lucht hangt hier. Deze plaats is zo beladen met emotie…

JAN: <i> Ik voel helemaal niks. </i>

Jan, men deinsde er niet voor terug om vrouwen en dwergen hier voor de wilde dieren te gooien…hier werden mensen levend geradbraakt, in de kokende olie gegooid, door paarden uit elkaar getrokken, onder luid applaus van het publiek.

PLATINA: <i> Ik begin al wel iets te voelen hoor…ja…er komt iets… </i>

En het publiek besliste uiteindelijk of er gratie werd geschonken, door met  zakdoekjes te zwaaien, en gratié oftewel bedankt te roepen… of het bekende gebaar met de duim omlaag te maken. En dan kon je het dus verder wel schudden. Als het om misdadigers of christenen ging maakte het trouwens niet uit wat het publiek besliste. Ook al waren ze de grote Campeone van het toernooi, na de voorstelling werd ze evengoed de keel doorgesneden!

 

PETRUS

Petrus leeft voort in de moppen die mensen elkaar elke dag vertellen. En zelf was de portier van de hemel ook niet bepaald op zijn mondje gevallen. Met zijn vlotte babbel was hij al snel de woordvoerder van de twaalf discipelen en er waren momenten dat Jezus het nodig vond Petrus echt even op zijn nummer te zetten.

Eigenlijk heet hij Simon Barrione. Hij is visser op het Meer van Genesareth, en het is zijn broer Andreas geweest die Petrus kennis laat maken met Jezus, die wonderlijke man die op mensen vist.

“Ik noem U voortaan Petrus, dat rots betekent. En op U zal ik mijn Kerk bouwen,” zegt Jezus. Het is daarom dat pausen zich de afstammelingen noemen van Petrus. En ook zegt Jezus: “U geef ik de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen.” Daar komt dus het idee vandaan dat Petrus met zijn inschrijfformulier aan de poort van de hemel zit. Maar het gaat vérder, als Jezus tegen Petrus zegt: “Wat u op aarde zult binden, zal in de hemel gebonden zijn. En wat u op aarde zult ontbinden zal in de hemel ontbonden zijn.” Deze woorden zijn de sleutel tot het Pauselijk gezag. En daarom noemt men het Katholicisme ook wel de Kerk van Petrus, zoals men het Protestantisme de Kerk van Paulus noemt.

We kennen allemaal dat beroemde moment van zwakte van Petrus. Tot 3 maal toe ontkent hij tegenover de hogepriesters die Jezus gevangen hebben genomen dat hij zijn opvolger is.  En tot driemaal toe zal in de Hof van Olijven een haan te horen zijn die kraait. Dat had Jezus al voorzegd. En als Petrus zich die voorspelling herinnert schaamt hij zich diep. Hij maakt zijn lafheid goed door als hoofd van de discipelen te gaan prediken. Hij is in feite de eerste geweest die ging preken buiten het Joodse land. Nadat Petrus dit 10 jaar heeft gedaan, wordt hij door Koning Herodes (jawel, die van die kindermoord en het hoofd van Johannes de Doper gevangen genomen. Maar een engel bevrijdt Petrus en leidt hem naar Rome, het hart van het Romeinse Rijk, waar hij zal prediken tot hij opnieuw gevangen wordt genomen, ditmaal door Keizer Nero. Die wil hem kruisigen, maar Petrus vindt zichzelf niet waardig om dezelfde dood te sterven als zijn grote meester Jezus. Daarom vraagt hij om met zijn hoofd naar beneden te worden gehangen. Dat gebeurt, in het Jaar 64, op 29 juni.

 

MONOPOLIEPOSITIE

Is het geen indrukwekkend maar tegelijkertijd huiveringwekkend gebouw? Zie je dat stuk Colosseum met die enorme hap eruit? Ze haalden er doodleuk hele partijen stenen af om daarmee kerken en paleizen te bouwen. Want in 438 kwam er een eind aan de christenvervolgingen in Rome en werden de spelen verboden. De christelijke kerk kreeg in Rome zelfs de monopoliepositie van algemene kerk, oftewel katholieke kerk.

Constantijn de Grote heette de Romeinse keizer die alles voor de christenen ten goede liet keren. Ook verhuisde hij de rijkszetel van het Romeinse Rijk naar Griekenland, naar de stad die Constantijn-stad ging heten, in het Grieks Constantinopel. Rome liet hij achter onder de hoede van de paus, die daarmee zijn eigen grondgebied had gekregen. Op een gegeven moment heerste de paus zelfs over een groot deel van Midden-Italië. Met de eenwording van Italië, in 1870, trokken Italiaanse troepen Rome binnen, en moest de paus zich terugtrekken op het stukje Rome dat hij tot op de dag van vandaag bestuurd als souverein vorst, het Vaticaan. Het kleinst denkbare staatje ter wereld, met de grootst denkbare invloed.

 

We hebben ons even in drie groepen opgesplitst: groep 1, Platina is even naar bloesjes kijken, groep 2, de buspassagiers zijn even een kijkje nemen in het Forum Romanum en groep 3, Jan de Boer en ik zitten even op een terrasje een oude Romeinse god te aanbidden: de zon.

JAN: <i> Weet u zeker dat u niet even naar het Capitool moet? </i>

Jan…ik kan heel even geen monument meer zien!

JAN: <i> Dat had ik nou nooit gedacht, dat ik dat ooit nog eens uit uw mond zou horen, meneer Van Bruggen. </i>

Ja da’s heel gek. In de eerste week van de Route du Soleil vond ik historische gebouwen leuk, in de 2e week vond ik historische gebouwen leuk…in de 3e, de 4e, de 5e, de 6e, de 7e en de 8e week vond ik historische gebouwen leuk…hoe zou het nou toch komen dat in de 9e week de historische gebouwen me ineens de neus uitkomen!

 

RARE SITUATIE 1

JAN: <i> Wat was dat nou? </i>

Haha, die vrouw in die auto die wilde de weg vragen.

JAN: <i> Maar u stond helemaal met uw hoofd in haar auto. </i>

Ja, ik kon niet verstaan wat ze zei, door de herrie buiten. Dus ik steek spontaan m’n hoofd naar binnen, zodat zij in m’n oor kon roepen wat ze wou vragen. Maar toen draaide ik m’n hoofd, nog in de auto, naar haar toe om te zeggen dat ik hier niet vandaan kom, en toen was haar hoofd ineens wel heel spannend heel dichtbij.

JAN: <i> Inderdaad…ik dacht dat jullie stonden te zoenen. </i>

Rare situatie. Wil jij nog een pilsje?

JAN: <i> Ik heb net al besteld. Je ziet hier trouwens erg veel mooie vrouwen in Rome. </i>

Is dat zo? He wat stom, ik heb natuurlijk al die tijd naar de gebouwen lopen te kijken! Haha. Nee, maar je hebt wel gelijk. Ze hebben hier heel goed geluisterd naar Helena Rubinstein. Die zei: er bestaan geen lelijke vrouwen, alleen luie vrouwen. Moet je nou dat meisje op die scooter zien, bij ‘t stoplicht: zwarte laarzen, netkousen, spannend truitje, haar in de wind, gouden sieraden die in het zonlicht glimmen, oorbellen, armbanden…ready for war. Dat wil zeggen: de zoete oorlog van het minnen, waarbij degene die zich laat overwinnen de winnaar is. Zie je dat: alle ogen zijn op haar gericht, en ze geniet ervan. Kijk maar, ik bèn namelijk mooi. Dàt maakt de Romeinse vrouwen zo bizonder. Maar dan springt het stoplicht op groen, de haren wapperen in de wind, en wij blijven verweesd achter, Jan.

JAN: <i> Kijk, dat vind ik nou wel weer leuke verhaaltjes! </i>

Trouwens, achter je, in een raamkozijn, zit een héle mooie vrouw. Nee, niet omkijken, anders verander je in een zoutpilaar. Minstens!

 

RARE SITUATIE 2

De blonde vrouw komt met bevallige passen en op duizelingwekkend hoge hakken naar de receptie-balie van het sjieke hotel lopen, waar een jonge zwartharige Romein vol passie staat af te wachten hoe hij deze klant van dienst mag zijn. De blondine buigt zich over de balie, struikt de jongeman door zijn haar en vraagt: <i> “Is de hotelmanager er toevallig?” </i>

<i> “Nee, die is er niet, maar kan ik u misschien van dienst zijn,” </i> stamelt de jongen. De vingers zijn nu langs zijn voorhoofd gegleden, langs zijn neusvleugels, naar de mond. <i> “Doe ’s open?” </i> fluistert ze. En met een glimlach, zo’n fatale glimlach, ziet ze hoe hij de hem toegestoken twee vingers vol hartstocht begint af te likken. Haar glimlach is nu overgegaan in een blik van intense tevredenheid. De receptionist ademt enigszins gejaagd als hij zegt: <i> “Kan ik u verder nog ergens mee van dienst zijn?” </i>

<i> “Ja,” </i> zegt ze, ineens kortaf. <i> “Wil je even doorgeven dat op de damestoiletten de toiletrollen op zijn?” </i>

 

VROUWEN

JAN: <i> Kijk meneer Van Bruggen, dit vind ik nou gezellig. Samen met u op een terrasje gewoon ongegeneerd naar de vrouwen kijken. Ik weet het best hoor, ik bèn getrouwd… </i>

Maar vrouwen zíjn toch mooi? Daar mag je toch best van genieten?

JAN: <i> Niet alle vrouwen zijn mooi hè. Kijk die daar eens! </i>

Maar Jan, dat is ook absoluut geen Romeinse vrouw. Dat zie je van tien meter afstand. Witte sportschoenen, een ruimvallende kaki broek. <i> Hello, have a nice day. </i> Zie je wel. Amerikaanse! Moet je kijken wat daar aan komt. Platte sandalen en sokken, ik durf te zweren dat dat een Duitse is. Stevige wandelschoenen, die komt regelrecht uit Engeland. <i> Good afternoon, they’ve got excellent tea here. </i> Haha. Ach ja, hier lopen ze voor gek, en thuis zijn ze de best geklede vrouw van het land.

Weet je waaraan je de Italiaanse vrouw herkent? Ze heeft altijd een zonnebril op, en die zet ze nooit af. Da’s de grap: in Moslim-landen mogen de vrouwen helemaal niets laten zien, alleen de ogen…de Italiaanse vrouw laat alles zien, behàlve de ogen. En zó hoort het ook. De ogen, de spiegels van de ziel, zijn het laatste geheim.

JAN: <i> En…de Nederlandse vrouwen? </i>

Nou…daar komt er toevallig een aan.

PLATINA: <i> Spiegeltjes spiegeltjes op het terras…wie is de mooiste van de klas? </i>

JAN: <i> Oh da’s wel een heel mooi bloesje zeg. </i>

PLATINA: <i> Ja, alleen had ik die vanmorgen ook al aan. </i>

Leuk geprobeerd Jan. Waar heb je die broek gevonden?

PLATINA: <i> Oorbellen! Ik heb de mooiste oorbellen van de wereld gevonden. </i>

Ooooh mooi!

JAN: <i> Nou zeg, heel mooi. </i>

PLATINA: <i> Mooi he? Maar ach, jullie zien dat niet. Weet je wat het met jullie is: jullie lopen de hele dag naar gebouwen te kijken, maar vrouwen…die zien jullie gewoon niet! Zijn jullie dan blind? </i>

 

PLATINA ZOEKT EEN VUURTJE

Net doen of we geen Engels verstaan he. Ik kan even geen gids meer horen!

JAN: <i> Meneer van Bruggen…u moet af en toe wel een beetje draaien hoor, anders verbrandt u aan één kant. </i>

Waar is Platina trouwens gebleven?

JAN: <i> O, die is even het café binnengelopen, want ze zocht een vuurtje. </i>

Hoorde ik haar nou?

JAN: <i> O dan heeft ze zeker haar microfoontje nog aan staan. </i>

<i> (ondertussen, binnen) </i>

PLATINA: <i> ‘t Is wel erg donker hier binnen zeg. Het lijkt wel een bar. Even kijken wie ik een vuurtje kan vragen. Ah, daar zit iemand. Hello…do you talk English? Do you have a light for me? </i>

ITALIAAN: <i> “Dopo aver vuotato tutte le coppe, tutte!
Alla fine devo rientrare; perché le mie fibre dissolte,
Nei caffeè rumorosi, frequentati da sgualdrine,
Hanno freddo nella notte pesante e negli incerti mattini.
Camminiamo. Ecco già brulicare la gente dei mercati.
Arrossisco, ortolani, nel vedervi, i grembiuli sporchi,
Rinfrescati dall’odore lontano degli aratri.
Lavoratori, ignari dei malsani amori,
Ammucchiate cavoli sul marciapiede, senza nemmeno
Immaginare l’orrore che segue il pallido passante.” </i>

<i> Oh oh. Hebt u het tegen mij? Dat zijn een heleboel moeilijke woorden achter mekaar zeg! </i>

Geruime tijd later komt een bleke vermoeide Platina weer naar buiten. Ik vraag haar: <i> “En…heb je een vuurtje?” </i>

PLATINA: <i> Nou zeg…die Italianen zijn stuitergek. Nee, vuurtjes hebben ze niet, maar vuur…! </i>

Dus je hebt nog steeds geen vuurtje.

PLATINA: <i> Nee, maar wel het adres van een restaurantje in een achteraf steegje. Die man zei: als je echt Romeins wilt eten, dan moet je daar naartoe gaan. </i>

Ja, maar de andere mensen uit de bus dan?

JAN: <i> Daar hebben we om kwart voor 2 mee afgesproken op het Sint Pietersplein. </i>

Nou, dan kunnen we nog wel even gaan kijken in dat restaurantje. Is het vlakbij?

PLATINA: <i> Ja, hier om de hoek. </i>

 

JONG GEITJE GERED UIT DE KLAUWEN VAN EEN WOLF

Jan, kun jij mij de druiven even aangeven? Terwijl onze buspassagiers Rome zijn ingewandeld om het Forum Romanum te bekijken, en het Capitool, en de Sixtijnse Kapel, ben ik met Jan de Boer en Platina een restaurantje in een achterafsteegje binnengegaan, een Taverna Antico, waar je kunt eten zoals de Romeinen aten. Maar hoe aten de Romeinen dan?

De Romeinen aten een voorgerecht, een hoofdgerecht en een nagerecht. Dat hebben wij van hen afgekeken. Maar…wat aten die Romeinen nou eigenlijk? Nou, rundvlees, daar deden ze niet aan. Ze aten vooral varkensvlees. En melkprodukten, daar hadden ze ook weinig mee. Een heleboel produkten die wij later uit onze kolonies zouden halen, die kenden de Romeinen uiteraard nog niet, zoals aardappels, rode pepers, bruine bonen, paprika, maïs, koffie en tomaten. Dat kwam later allemaal uit werelddelen die toen nog onbereikbaar waren. Wat de Romeinen wèl aten, en wat ze zelfs hebben uitgevonden, dat is de hamburger. Hij werd toen ook al verkocht in afhaalrestaurants. Ze hakten een biefstuk heel fijn, mengden het gehakt met eieren, broodkruim, geroosterde pijnpitten, honing en zout. Dat bakten ze en serveerden het tussen een broodje!

PLATINA: <i> Dat neem ik! </i>

Dat zou ik misschien maar doen als ik jou was, want een blik op de menukaart: vooraf sla uit Cappadocia, een gevuld muisje, andijvie met mierikswortel en eieren in as bereid. Dan het hoofdgerechtL een jong geitje, gered uit de klauwen van een wolf…varken gevuld met levende vogels…en morene, dat was een heel grote bloeddorstige vleesetende aal.

JAN: <i> Ik kan moeilijk kiezen. Het is allemaal even lekker. </i>

De grap is, Jan…je hóeft niet te kiezen. Het was bij de Romeinen nooit of/of, altijd en/en. Wil jij trouwens als nagerecht gewoon ijs of vruchten, of misschien placenta? Da’s namelijk de oorspronkelijke naam voor allerlei soorten koeken en cakes.

JAN: <i> Ik heb ineens zo’n vreselijk zin in een Frietje mèt! </i>

Nou Jan, als je hier een patatje bestelt is het wel oorlog hoor. Da’s een belediging van de gastheer, als je niet gezellig aan het kluiven slaat. Probeer nou om te beginnen eens zo’n varkensuiertje…

<i> (Niet lang daarna, weer op straat) </i>

Nou nou…daar waren we nog net op tijd weg. De ober kon elk moment binnenkomen! Ik moet er niet aan denken: ratten, vogels, muizen! Rennen we nou trouwens wel de goeie kant op? Dat zou mooi zijn…want we hadden eigenlijk al op het Sint Pietersplein moeten zijn. De anderen staan daar allang te wachten denk ik. Even doorlopen jongens!

 

PLATINA LIGT WEER

PLATINA: <i> Oh oh…laat mij maar even hier liggen hoor. Ik heb nog nooit zoiets moois gezien. </i>

Weet je wat? Ik kom even naast je liggen. Want dat is tenslotte de beste manier om de plafondschilderingen van Michelangelo te bewonderen in de Sixtijnse Kapel.

PLATINA: <i> Schuif eens op…jongens, als jullie ons zoeken, wij liggen hier hoor. </i>

Kun je je voorstellen dat je dit plafond moet restaureren? Ik zou meteen geen oog meer dicht doen. Ze hebben de fresco’s eerst geanalyseerd met computers, spectrumtechnologie en fotografie, en toen zijn ze -héél voorzichtig- met de schoonmaak begonnen. Dat betekende dat ze eerst de eerdere restauraties eraf moesten halen. Toen bleek dat ze in het verleden het plafond met zeer uiteenlopende middelen hebben geprobeerd te reinigen, met brood om maar iets te noemen, en met retsina (da’s die zoete Griekse wijn). Maar het is gelukt en de schemerige figuren bleken een roomzachte huid te hebben, glanzend haar en felgekleurde kleren.

 

GOD

Het is in een sloppenwijk van Rome, ver weg van de pracht en praal van de Sint Pieter, dat ik tussen twee vuilcontainers  een klein meisje zie zitten, dat haar hand op houdt en vraag of ik iets voor haar te eten heb.

“Hoe heet je,” vraag ik.

“Ik ben God,” zegt ze.

Ze heeft vuilwitte strikjes in haar haar en kijkt naar me met grote ogen. Ogen waarin ik de wijsheid lees van een oude man.

Ik begin te rillen alsof ik koorts heb. Ik had me alles voorgesteld, maar dit…

“Je mag me één vraag stellen,” zegt ze, terwijl ze op een container gaat zitten, en met haar beentjes heen en weer schommelt. “Je mag me één vraag stellen.”

Ik denk na, en vraag dan simpelweg: “Wie bent u?” en als ik zie dat ze haar ogen verlegen neerslaat: “Wie ben je?”

“Ze zeggen dat God dood is, niet?” zegt ze met een vage glimlach. “Maar het is niet waar. God slaapt alleen zo nu en dan, en hoopt dan net als jullie dat het weer ochtend wordt. Want de eeuwigheid is ook maar een eeuwigheid voor zolang het duurt. Pas aan het einde van de eeuwigheid kun je overzien of het echt een eeuwigheid was. Snap je het probleem? En wie ik ben? Ik ben de naam die jullie gegeven hebben aan alles wat je niet begreep. Aan alles wat te mooi was voor woorden, als de liefde, maar ook aan alles wat te groot was voor jullie angsten, en waarbij jullie mijn naam altijd riepen. Eigenlijk zou ik niet GOD moeten heten, maar HELP.

Maar ik ben niet de machtigsten der machtigen, zoals jullie altijd denken. Ik ben niet de Almacht maar de Onmacht. Want ik ben Liefde en Liefde is weerloos. Ik ben een geknakt takje op de grond, ik ben een kwispelende hond die met zijn baasje naar het bos mag omdat het baasje op vakantie wil…ik ben de minnaar die huilt boven het fotolijstje, de patiënt die net te horen heeft gekregen dat ie kanker heeft, ik ben het continent Afrika, de moeder die nog altijd met een foto ronddoolt over het Plaza de Mayo…ik ben de naamloze gevangene…

Ik ben waar het grootste verdriet is, en de meeste honger geleden wordt. Ik ben liefde en liefde is weerloos. Ik ben het kind dat speelt aan de voeten van dictators. Ik poets zijn laarzen tot ze glimmen van het angstzweet. En soms kijk ik naar boven en zeg: ik ben zo moe! Zo moe van het vechten! Als we nou eens gingen slapen met z’n allen, heel even maar, lopen we dan niet al te veel gevaar dat het nooit meer ochtend wordt? Als we nou ‘s samen gingen slapen, goed en slecht en groot en klein. En dromen dat het morgen goed zal zijn.

 

PLATINA: Nou, dat waren weer negen weken, en nou is ‘t afgelopen. Laat mij maar even hier liggen. Ik heb even een dipje, ik zit even in een dalletje.

Ja, maar je moet maar zo denken: overal waar dalletjes zijn zijn ook bergen. En die gaan we volgend jaar weer allemaal langs.

PLATINA: Mensen, proost, op 9 hartstikke gezellige weken.

Ook dit jaar reed de Route du Soleil weer langs Mediterrane kusten en door historische steden. Al was het maar omdat je radio er ook wel eens uit wil. Ja, en terwijl wij hier op een terras in Vaticaanstad het champagneglas heffen overvalt ons weer die nostalgie die je wel kent van die laatste vakantiedag. Jan, Platina, iedereen uit de bus…hartstikke bedankt voor deze gezellige negen weken Route du Soleil. Wij gaan weer terug naar Nederland. En we schrijven he. Tot volgend jaar bij dat radioprogramma dat alleen te ontvangen is in het seizoen. Wij zenden uit zolang de rozen bloeien.

 

Share This

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *