De katholieke kerk kent vele rangen en standen. Verheven boven het amateurvoetbal dat wij met z’n allen spelen is er een Tweede Divisie van Zaligen, een Eerste Divisie van Heiligen en een Eredivisie van kerkleraren, en…hoger kan het niet: kerkvaders. Van de heiligen met deze eretitel zijn er maar 8. 4 in het Westen en 4 in het Oosten. Zij hebben met hun theologische geschriften de basis gelegd van het katholieke, en vaak ook van het protestantse geloof. Een van de kerkvaders uit het Oosten is Basilius, geboren rond 330 in Klein-Azië. Caesarea om precies te zijn, een stad in Cappadocië, tegenwoordige een provincie in Turkije.
Basilius komt uit een christelijke familie. Twee van zijn broers worden bisschop, een aantal familieleden zijn doodgemarteld. Ook zijn ouders? In ieder geval wordt Basilius opgevoed door zijn grootmoeder Macrina, die hem aanspoort om te gaan studeren, in Athene en Constantinople. Daarna wordt Basilius monnik, iets dat in die eerste eeuwen na Christus eigenlijk nog niet bestond. En zoals Benedictus in het Westen wordt beschouwd als de stichter van de eerste monnikenorde, zo is Basilius dat in het Oosten. Na vijf jaar eenzaamheid in de woestijn keert hij terug naar Caesarea, waar hij bisschop wordt en de leer van Arius gaat bestrijden. Diens theorie houdt in dat Jezus niets meer is geweest dan een mens van vlees en bloed. Samen met Sint Nicolaas en Sint Servaas verdedigt Basilius vurig de goddelijkheid van Christus en het bestaan van de Drie-Eenheid. Van hem is de formulering “Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.” Daarvoor zei men nog: “Eer aan de Vader door de Zoon in de Heilige Geest.” Dat klonk mooi, maar niemand wist precies wat ermee bedoeld werd. Aan die onduidelijkheid maakt Basilius een eind. Zijn ideëen over deze onderwerpen zullen de fundamenten worden van de kerk. De invloedrijkste kerkvorst van het Oosten overlijdt in 379 in Caesarea.