Als je vanuit het raam van Gabriel’s kloosterkamer de binnenplaats opkijkt kun je de put zien waar Franciscus van Assissi water haalde. Achter de muren van het klooster –of wat daar nog van over is- Gran Sasso, de hoogste bergen van de Apenijnen, met sneeuw op de toppen. Je kunt ze zelfs zien als je op het bed gaat liggen, waar eens, anderhalve eeuw geleden, Gabriel lag.
Eigenlijk heet hij Franciscus, naar zijn bekende stadgenoot die hier eeuwen eerder woonde. Als elfde van 13 kinderen is hij op 1 maart 1838 geboren in een streng gelovig gezin, met een vader die bestuursambtenaar is in de pauselijke staat. Drie jaar later verhuist het gezin naar Spoleto, en hier leidt Franscesco een zorgeloos leventje, ondanks de drama’s die zijn familie treffen: ze moeten de Dood als buurman hebben gehad, want in enkele jaren komt hij zijn moeder, drie zussen en twee broers halen.
18 jaar later, op 22 augustus 1856, zal Francesco Possenti opnieuw geboren worden. Het is tijdens een Maria-processie dat hij het beeld langs zien komt en zou durven zweren dat ze hem aankijkt, alsof ze wil zeggen: “Wat doe je daar nog? Waarom verspil je je tijd in deze wereld. Volg je roeping!”
Francesco hoeft er niet meer over na te denken. Langs Moreto bereikt hij Morrovalle, waar het oude klooster van Franciscus van Assissi op hem wacht. Op 21 september trekt hij het zwartwollen kleed van de Passionaten en de leren gordel met rozenkrans. Voortaan zal hij Gabriele di Maria Addolorata heten – Gabriel van de Moeder van Smarten. In het klooster van Isola, mooi gelegen in de bergen van de Apennijnen, leren zijn medebroeders hem kennen als iemand die kan bidden dat de vonken eraf vliegen en die een erg bijzondere band heeft met de vrouw die hem vroeg zijn vorige leven te verlaten, Maria Moeder der Smarten. Zijn roeping is preiester worden, maar tot een wijding komt het niet, doordat zijn al zwakke gezondheid nog meer verslechtert. En dus kijkt Gabriele di Maria Addolorata vanuit zijn bed naar het habijt, dat hij keurig heeft opgevouwen en over de stoel gehangen. In zijn handen houdt hij het crucifix omklemd, en uit het raam ziet hij de besneeuwde toppen van de Apennijnen. Op 27 februari om half 7 ’s ochtends overlijdt Gabriel, aan tuberculose.