Elk volk krijgt de wonderen die het verdient. Als dat zo is dan hebben de Italianen een streepje voor. Vooral in het Zuiden van dat land grossieren ze erin. Het lijkt wel of daar ongeveer elke dag een madonnabeeld tot tranen toe bewogen is of een kruisbeeld spontaan begint te bloeden. Ook in andere Zuidelijke landen lijkt er geen dag voorbij te gaan zonder een wonder. Bij de Pyreneëen begint het al, in Lourdes en daarna vormen de bedevaartsplaatsen een rozenkrans op de landkaart: Garabandal, Santiago, Fatima… Verschijning op verschijning. Wonen daar goedgelovige mensen die vreemde dingen zien, of is het in onze streken gewoon te koud voor verschijningen en zijn wij te nuchter om ze te zien?
Heel af en toe flakkert er ook in onze vale polderlandschap een flauw licht op. Geen groots vuurwerk zoals op de vruchtbare lavagrond in het Zuiden, maar toch… In Mortsel, een voorstadje van Antwerpen zag een postbode een Mariabeeld huilen, en hij bouwde een kapel in Bierbeek. In Amsterdam zou Maria tussen 1945 en 1959 niet minder dan 58 maal verschenen zijn aan Ida Peerdeman en lang geleden zijn daar wel heel vreemde dingen gebeurd met een hosti…lang geleden in 1345, op 15 maart…het Mirakel van Amsterdam!
Het gebeurt aan de straat die tegenwoordig vooral een bedevaartsoord is voor funshoppers, aan de Kalverstraat die in die tijd nog de Lane genoemd wordt. De 65-jarige Ysbrant Dommer is zo ziek dat de pastoor wordt gehaald om hem het Sacrament der Stervenden toe te dienen. De pastoor geeft hem de hostie en bidt voor zijn ziel, om dan weer te vertrekken. Ysbrant is ziek, zo ziek dat hij moet overgeven. Daarbij komt ook de hostie mee. Zijn vrouw ziet dat en gooit de hostie in het vuur om hem niet te ontheiligen. Als de volgende ochtend de dochter van de zieke man het vuur in de open haard nog wat wil oprakelen ziet ze in de vlammen een hostie zweven, ongeschonden. In een reflex steekt ze haar hand in het vuur om de hostie te pakken. Hoe kan dat? De vlammen likken om haar vingers maar schroeien de huid niet. En daar staat ze dan met die hostie. Wat moet ze ermee doen. Ze loopt naar een dekenkist en legt hem daar zolang in. Als de echtgenoot van de dochter thuiskomt vertelt ze hem wat er gebeurd is. Hij loopt naar de dekenkist, pakt de hostie, en ziet tot zijn verbijstering hoe die in zijn hand beweegt. De pastoor wordt erbij gehaald. Die besluit de hostie mee te nemen naar de kerk en hem daar op te bergen. “Praat er maar met niemand over,” zegt hij. Eerlijk gezegd gelooft de eerwaarde niets van het hele verhaal, maar ja, een paar uur later kan hij zijn nieuwsgierigheid toch niet bedwingen en besluit toch nog even te kijken. Dan moet hij constateren dat de hostie is verdwenen…terwijl ze bij het gezin van de zieke Ysbrant Dommer tegelijkertijd zien dat hij weer in de kledingkist ligt!
In 1347 wordt er een kapel geopend aan de Kalverstraat. Precies op de plaats waar ooit de familie Dommer woonde. Er stromen zoveel pelgrims toe dat er speciaal voor hen een heilige weg wordt aangelegd…en ook het komend weekeinde zal het rumoer van het Amsterdamse uitgaansleven weer worden opgeschrikt als duizenden mensen in de nacht van zaterdag op zondag weer de Stille Omgang lopen, waarmee ze al sinds 1346 ieder jaar het Mirakel van Amsterdam herdenken.