Route du Soleil 16 juli 2000 (België)

2001-3In de straten van het vroegere welvarende Luik had je winkels, en zelfs warenhuizen als de Grand Bazaar en Innovation. Maar iedereen kocht bij de venters op straat: mosselen, garnalen, kersen, noten…voor elk produkt had je een speciale venter, en iedere venter herkende je aan zijn eigen roep. “Mostade Vinegue! Mostade Vinegue!” Dat was de mosterd- en azijnverkoper, die twee houten kuipen aan een juk over zijn schouders droeg, en de glazen vulde die zijn klanten hem aanreikten. Dan was er de verkoper van geitenmelk, die zijn kudde voortdreef onder de kastanjes op de brede Boulevard de la Constitution en de geiten rechtstreeks in de kannen molk. En soms hoorde je het orkestje van de kiezentrekker. Deze geweldige kerel, die werkte in een grote koets, bood aan kiezen te trekken ‘zonder betaling, zonder pijn en voor niets’. Het orkestje speelde geruststellende muziek en dan was er altijd wel het moment dat er iemand, met een van pijn vertrokken gezicht, uit de menigte naar voren werd geduwd en zich liet vastbinden. Het orkestje begon harder te spelen om de kreten van pijn te overstemmen. En de kiezentrekker, gewapend met een grote tang, deed zijn werk. Tenslotte vloeide er het bloed, waarop alle toeschouwers in spanning hadden gewacht, en de kies werd triomfantelijk omhoog gehouden. Het eigenlijke werk kon beginnen: met groot succes bracht de kiezentrekker zijn nepdrankjes aan de man. Het was in dit Luik dat de man werd geboren die jaren later een figuur zou bedenken die we allemaal kennen.

Share This

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *